Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2112/GA, 17 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2112/GA

betreft: [Klager]           datum: 17 januari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A. Syrier, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 juni 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere, betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel wegens een positieve score op het gebruik van cocaïne bij een urinecontrole op 26 april 2017 (AB-2017-264),

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 januari 2018, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klagers raadsman, mr. A. Syrier, en de heer […], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Almere. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De beoordeling

Klager heeft aangevoerd dat hij zijn klacht door tussenkomst van de directeur, op de wijze als bedoeld in artikel 61, tweede lid, van de Pbw, heeft ingediend. Ter zitting heeft de directeur meegedeeld dat de wet die mogelijkheid weliswaar biedt, maar dat het in de p.i. Almere feitelijk niet mogelijk is op die manier beklag in te dienen.

Nu het indienen van een klaagschrift door tussenkomst van de directeur in de p.i. Almere feitelijk niet mogelijk is, is de stelling van klager dat hij dat wel heeft gedaan, niet aannemelijk geworden. De beroepscommissie komt daarom tot het oordeel dat de beklagrechter op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal met aanvulling van de gronden worden bevestigd.

 

2.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J.G.A. van den Brand en ing. M.J. Mulders, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 17 januari 2018.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven