Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1999/GA, 30 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:30-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1999/GA

betreft: [klager]            datum: 30 januari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 juni 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft:

a. de vermissing van een insulinepen bij gelegenheid van klagers overplaatsing van de p.i. Lelystad naar het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg (JCvSZ) te Scheveningen  (PL-2017-280);
b. de vermissing van een bril bij gelegenheid van klagers overplaatsing van de p.i. Lelystad naar het JCvSZ (PL-2017-280).

De beklagcommissie heeft klacht a. gegrond verklaard en klager ter zake een tegemoetkoming toegekend, waarbij de hoogte van die tegemoetkoming – in overleg met klager – door de directeur dient te worden vastgesteld, en zij heeft klacht b. ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – samengevat – toegelicht. Tot op heden heeft klager geen contact gehad met de directeur over de vergoeding van de insulinepen. Dat had volgens de uitspraak van de beklagcommissie wel moeten gebeuren. Het is voor klager niet duidelijk waarom de insulinepen wel en de bril niet wordt vergoed. Beide voorwerpen waren bij terugkomst in de p.i. Lelystad vermist.

De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – samengevat – toegelicht. Inmiddels is er met klager een bedrag van € 97,= overeengekomen. Dit bedrag is ook overgemaakt. Voor wat betreft de bril persisteert de directeur bij zijn standpunt in beklag. Het is hem niet bekend dat klager gedurende zijn verblijf in de p.i. Lelystad in het bezit was van een bril.

 

3.         De beoordeling

Ten aanzien van klacht a. overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit de stukken volgt dat – conform de uitspraak van de beklagcommissie – de directeur met klager een tegemoetkoming van € 97,= is overeengekomen en dat, blijkens de overgelegde mutatie bijboeking(en) justitiabelen, dit bedrag op klagers rekening is overgemaakt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Hetgeen in beroep ten aanzien van klacht b. is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 30 januari 2018

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

Naar boven