Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0979/GB, 3 juli 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-07-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/979/GB

Betreft: [klager] datum: 3 juli 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 1 mei 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1964], verder te noemen klager,

en tevens van een op 1 mei 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift namens klager ingediend door mr. L.P.H. Hameleers,

beide gericht tegen een op 18 april 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 26 juli 2002 gedetineerd. Vanuit het huis van bewaring Overmaze te Maastricht is hij op 10 april 2003 geplaatst in de gevangenis Nieuw Vosseveld, een inrichting met een inrichting van algehele gemeenschap.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 879 dagen met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 13 februari 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 oktober 2003.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Voor klagers vrouw, die een eigen zaak heeft in België, en zijn dochtertje is het reizen naar Vught zeer bezwaarlijk. Het belang van Justitie ( een optimale celcapaciteit) is dan ook ten onrechte boven het belang van klager gesteld.Daarnaast maakt klager bezwaar tegen het feit dat contra-indicaties een plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting zouden beletten, nu klager weliswaar geen geldige verblijfsstatus in Nederland heeft, maar zich binnen hetpenitentiaire regime wel steeds aan alle richtlijnen heeft gehouden en er geen enkele aanwijzing is dat hij zich aan de vervolging zal onttrekken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gekozen is voor plaatsing in Vught vanwege een optimale bezetting van de celcapaciteit in relatie tot de wachtlijsten van de diverse inrichtingen. Het belang van Justitie gaat in deze boven het belang van de gedetineerde.Bezoekproblemen kunnen nu eenmaal inherent zijn aan een detentiesituatie. Klager heeft geen verblijfsvergunning, is VIRS illegaal en zal na zijn detentie het land worden uitgezet, zodat hij voor plaatsing in een beperkt beveiligdeinrichting niet in aanmerking komt.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuw Vosseveld is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging vanalle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op het ontbreken van een verblijfsstatus, niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperktbeveiligingsniveau.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.S. Holthuis, secretaris, op 3 juli 2003

secretaris voorzitter

Naar boven