Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1754/GA, 23 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1754/GA

betreft: [klager]            datum: 23 januari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.J. Polman, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 mei 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie De Schie te Rotterdam, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 november 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J. Polman. De directeur van de locatie De Schie is niet ter zitting verschenen.

Ter zitting heeft klager aanvullende stukken overgelegd. Een kopie hiervan is naar de directeur van voormelde locatie verzonden.

Op 21 december 2017 heeft de directeur de beroepscommissie desgevraagd nadere inlichtingen verschaft. Een kopie hiervan is naar klager en diens raadsman verzonden. Hierop heeft klagers raadsman op 5 januari 2018 gereageerd. Een kopie hiervan is ter kennisname naar de directeur verstuurd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het op klager verhalen van de kosten ten behoeve van de verzegeling van een laptop die klager gebruikt (S-2017-000274).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – samengevat en zakelijk weergegeven – toegelicht.

De beklagrechter heeft klager ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. Het rekening-courant overzicht is op 17 maart 2017 geprint, maar daaruit volgt niet dat dit ook de datum is waarop klager kennis heeft genomen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen. Het was voor klager niet duidelijk om welke reden verzegelingskosten van zijn rekening waren afgeschreven. Op of omstreeks 7 april 2017 kwam klager – met de hulp van personeel – erachter dat het ging om kosten voor de verzegeling van de laptop. Toen heeft hij zijn klacht ingediend. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft aan klager uitsluitend voor de duur van zijn strafzaak een laptop ter beschikking gesteld. Bovendien heeft het OM ervoor gekozen de processtukken slechts digitaal te verstrekken. Medeverdachten hebben ook een laptop van het OM gekregen, maar hoefden niet voor de verzegelingskosten te betalen. Tijdens de celinspectie heeft personeel de verzegeling van de televisie en radio verbroken. De kosten voor het opnieuw verzegelen heeft de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel voldaan. Uit de door de directeur aangehaalde passage uit het selectieadvies volgt dat alleen de verzegeling van een televisie en een radio is verbroken. De verzegeling van de laptop is nooit verbroken. Een zogenaamde ‘dongel’ wordt via de reguliere usb-poort gebruikt. Deze poort wordt ook gebruikt om usb-sticks met processtukken in de laptop te plaatsen. De directeur had klager moeten informeren over de kosten en wie deze zou moeten betalen. De kosten voor de verzegeling van de laptop zijn dan ook ten onrechte bij klager in rekening gebracht.

De directeur heeft desgevraagd de volgende nadere inlichtingen – samengevat en zakelijk weergegeven – verstrekt.

In de p.i. Krimpen aan den IJssel is klager op 15 februari 2017 disciplinair gestraft vanwege oneigenlijk gebruik van de laptop. Tijdens een celinspectie zijn onder meer een ‘dongel’, een koptelefoon, een usb-stick, een radio, een aantal kabels en een televisie met verbroken verzegelingen aangetroffen. Toen personeel zijn celdeur opende, was klager actief op Facebook. Klager beschikte over een laptop en een usb-stick om zich op zijn stafzaak te kunnen voorbereiden. Vanwege dit voorval en omdat de verzegelingen verbroken waren, is de laptop in beslag genomen en is klager overgeplaatst naar de locatie De Schie. Daar heeft hij de laptop met een nieuwe verzegeling weer in ontvangst genomen. Aangezien klager verantwoordelijk is geweest voor de eerdere verbreking van de verzegeling, is het juist dat de nieuwe verzegeling voor rekening van klager komt.

 

3.         De beoordeling

Ingevolge artikel 61, vijfde lid, van de Pbw dient het klaagschrift uiterlijk te worden ingediend op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen. Een na afloop van deze termijn ingediend klaagschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

Klagers klacht dateert van 7 april 2017. Ter zitting heeft klager onweersproken gesteld dat hij op ongeveer 7 april 2017 te weten kwam dat het op 17 maart 2017 afgeschreven geldbedrag de kosten voor de verzegeling van de laptop betrof. Op grond van het voorgaande acht de beroepscommissie aannemelijk dat klager zijn klacht tijdig heeft ingediend. Zij zal daarom de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog ontvangen in zijn klacht.

Uit de inlichtingen van de directeur volgt dat klager vanwege het aantreffen van contrabanden in zijn cel en vanwege verbroken verzegelingen van (onder meer) de aan klager beschikbaar gestelde laptop een disciplinaire straf is opgelegd van tien dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel. De laptop is daarop opnieuw verzegeld en de kosten daarvan zijn op klager verhaald.

Onder deze omstandigheden acht de beroepscommissie de beslissing van de directeur de kosten van de verzegeling van de aan klager beschikbaar gestelde laptop bij klager in rekening te brengen niet onredelijk of onbillijk. Het beklag zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, drs. P.J.M. van Puffelen en drs. M.J. Selnick Marzullo, leden, in tegenwoordigheid van M.G. Bikker, secretaris, op 23 januari 2018

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven