Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1912/GA, 29 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1912/GA

betreft: [klager]            datum: 29 januari 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.M. van Schaik, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 mei 2017 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van bovengenoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft de vermissing van klagers truien na het wassen (G-2017-000165).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – samengevat – toegelicht. Aan klager is ten tijde van de vermissing van de truien een aantal beperkingen opgelegd. Hij had als gevolg daarvan geen recreatietijd en kon met de reiniger geen afspraak maken over het afleveren van de schone was. De enige mogelijkheid voor het wassen van zijn kleding was door tussenkomst van de reiniger. Nu de truien zijn verdwenen en niet zijn teruggevonden heeft de reiniger nalatig gehandeld. De directeur is dan ook aansprakelijk voor de vermissing van de truien. Klager heeft een compensatie van € 20,= ontvangen van het afdelingshoofd. Dat is te weinig. Klager verzoekt een tegemoetkoming ter hoogte van het totale aankoopbedrag van de truien, namelijk € 220,=.

De directeur houdt vast aan het gestelde in het verweerschrift in beklag en sluit zich aan bij de beslissing van de beklagcommissie.

 

 

3.         De beoordeling

Een gedetineerde is in beginsel zelf verantwoordelijk voor de voorwerpen die hij in de inrichting onder zich heeft. Dit laat onverlet dat de verantwoordelijkheid, onder bijzondere omstandigheden, over kan gaan op de directeur.

In paragraaf 4.4 van de huisregels van de locatie Sittard is bepaald dat een gedetineerde door tussenkomst van een reiniger gebruik kan maken van een wasmachine of een wasdroger. Het wassen en drogen geschiedt op eigen risico.

Klagers stelling dat hij in verband met de hem opgelegde beperkingen en het ontbreken van recreatietijd als gevolg daarvan geen afspraak kon maken met de reiniger over de aflevering van de schone was, kan niet overtuigen nu de op 30 januari 2017 opgelegde beperkingen reeds op 3 februari 2017 zijn opgeheven.

Uit de stukken volgt voorts dat binnen de inrichting een aantal mogelijkheden bestaat eigen wasgoed (te laten) wassen. Zo kunnen gedetineerden in recreatietijd hun eigen kleding wassen. Klager heeft ervoor gekozen zijn truien door tussenkomst van een reiniger te laten wassen.

Gelet op het voorgaande is niet aannemelijk geworden dat de directeur een verwijt treft voor de vermissing van klagers truien. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan dan ook niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

M.G. Bikker, secretaris, op 29 januari 2018

 

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven