Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1988/GB, 23 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:23-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/1988/GB

Betreft:            [Klager]           datum: 23 januari 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een op 20 juni 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 22 maart 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 15 mei 2017 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Ter Apel, een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling), waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager ondergaat een gevangenisstraf van twaalf jaar. De datum van invrijheidstelling is gesteld op 25 april 2025, zodat sprake is van een zeer fors strafrestant. Klagers gedrag is positief en hij neemt deel aan het plusprogramma. Verder volgt uit het selectieadvies dat klager, op het moment dat zijn verblijfsstatus nog niet bekend was, meermalen op zijn verzoek is overgeplaatst. Klager is in de p.i. Ter Apel verstoken van bezoek. Alleen zijn raadsman heeft hem bezocht. Klager is van mening dat deze omstandigheden dienen te leiden tot afwijking van het beleid. Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst hij naar een e-mail van de bezoekadministratie van de p.i. Ter Apel van 18 augustus 2017, waaruit volgt dat hij alleen bezoek in de vorm van Skype heeft gehad.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven –  toegelicht. Klager is een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf in Nederland en onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar. Bij de plaatsing van gedetineerden in een inrichting voor de bijzondere opvang van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen heeft de selectiefunctionaris slechts beperkte keuze. Bij een veroordeling, al dan niet in eerste aanleg, bestaat nog slechts één mogelijkheid en dat is plaatsing in de p.i. Ter Apel. Plaatsing in de buurt van klagers woonplaats is gelet hierop geen optie. De uitvoering van het beleid voor genoemde categorie gedetineerden een speciale locatie aan te wijzen weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand voor bezoek. De selectiefunctionaris is van mening dat klager niet heeft aangetoond dat bijzondere omstandigheden bestaan om van het beleid af te wijken. Voor zover klager heeft aangevoerd dat hij eerder op eigen verzoek is overgeplaatst in verband met het ontvangen van bezoek, geeft de selectiefunctionaris aan dat klagers verblijfsstatus destijds nog niet bekend was bij de selectiefunctionaris en daarom geen reden bestond zijn verzoeken af te wijzen.

4.         De beoordeling

4.1. Klager heeft na de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf geen rechtmatig verblijf in Nederland. Gelet daarop komt klager in beginsel in aanmerking voor plaatsing in een inrichting bestemd voor de opneming van strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. De p.i. Ter Apel is bestemd voor opname van gedetineerden met een strafrestant van meer dan vier maanden. De einddatum van klagers detentie is gesteld op 23 mei 2025. Klager voldoet dus aan de vereisten voor opname in de p.i. Ter Apel.

4.2.      Voor zover klager stelt dat sprake is van bijzondere omstandigheden, omdat zijn familie niet in staat is hem te bezoeken, heeft hij onvoldoende feitelijk onderbouwd dat zijn familie niet in staat is hem in de p.i. Ter Apel te bezoeken. Voorts volgt uit de door de selectiefunctionaris overgelegde e-mail van 31 augustus 2017 van de bezoekadministratie van de p.i. Ter Apel dat klager op 26 augustus 2017 bezoek heeft ontvangen. Hij is dus niet geheel verstoken van bezoek. De selectiefunctionaris heeft zich dan ook in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op het plaatsingsbeleid kunnen rechtvaardigen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en J.G.A. van den Brand, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 23 januari 2018.

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven