Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2214/GA, 29 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2214/GA

 

betreft: [klager]            datum: 29 januari 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. W.J. Bel, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 6 juli 2017 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 december 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.J. van Bel, en de directeur van voormelde locatie […]. Als toehoorder was ter zitting aanwezig mr. P.N.E. Plooij, secretaris bij het secretariaat  van de Raad.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft:

a.         een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel, wegens de vondst van een mobiele telefoon op klagers cel en de betrokkenheid van klager bij de vechtpartij (S-2017-000414) en
b.         een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in eigen cel of verblijfsruimte, met verwijdering van televisie, wegens fysieke agressie naar een medegedetineerde (S-2017-000114).

De beklagcommissie heeft het beklag als vermeld onder a. formeel gegrond verklaard en een tegemoetkoming aan klager toegekend van € 15,= en het beklag als vermeld onder b. ongegrond verklaard, een en ander op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Ten aanzien van het beklag onder a: Klager kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Klager is van mening dat aan hem een vergoeding van € 60,= dient te worden toegekend.

Ten aanzien van het beklag onder b: Klager zat thee te drinken en werd aangevallen door een medegedetineerde. Klager heeft zelf geen fysiek geweld gebruikt. Als gevolg van de aanval van de medegedetineerde is er thee op de medegedetineerde en op klager terecht gekomen. De verklaring van de medegedetineerde omtrent het incident is aantoonbaar onjuist. Klager meent dat enige betrokkenheid van hem bij het incident niet kan worden vastgesteld.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Ten aanzien van het beklag onder a: De tegemoetkoming die aan klager is toegekend is passend. Aan de straf die is opgelegd liggen twee schriftelijke verslagen ten grondslag. Slechts één van deze verslagen is niet aan klager aangezegd.

Ten aanzien van het beklag onder b: Klager en de medegedetineerde hebben een andere lezing omtrent het incident. Klager ontkent ten stelligste dat hij agressief is geweest, maar de medegedetineerde heeft verwondingen op zijn rug. Bij de oplegging van de straf is rekening gehouden met de verklaring van klager. Het personeel heeft het incident niet waargenomen. Door het incident is de orde en veiligheid in de inrichting ernstig gestoord.

 

3.         De beoordeling

Ten aanzien van het beklag onder a:

De beroepscommissie stelt vast dat het beroep ziet op de hoogte van de aan klager toegekende tegemoetkoming. Klagers straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel is na zes dagen geschorst. In vergelijkbare gevallen waarin sprake is van een formeel gebrek pleegt in beginsel een tegemoetkoming te worden toegekend van 1/3 van het bedrag dat bij een materiële gegrondverklaring zou zijn toegekend. In casu derhalve een bedrag van (1/3 x € 60,- =) € 20,=. Nu geen omstandigheden naar voren zijn gekomen die aanleiding geven van dit uitgangspunt af te wijken, zal klagers beroep gegrond worden verklaard en zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 20,=.

Ten aanzien van het beklag onder b:

Uit het schriftelijk verslag van 23 januari 2017 volgt dat een medegedetineerde het vlak komt opgerend vanuit de recreatiezaal en roept “maak alarm, hij gooit olie over mij heen”. De medegedetineerde geeft aan dat door klager olie over hem heen is gegooid. De medegedetineerde heeft zichtbare brandwonden op zijn linkerarm en rug. Uit onderzoek is gebleken dat de substantie water betrof.

Klager heeft omtrent het incident verklaard dat hij thee aan het drinken was. De medegedetineerde kwam op hem afgerend en viel hem aan, als gevolg waarvan de thee die hij dronk omhoog spatte en terecht kwam op de medegedetineerde en op klager.

Gelet op de aanwezige stukken is de beroepscommissie van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager in penitentiair strafwaardige zin betrokken is geweest bij het incident. Hierbij is van belang dat personeelsleden noch derden het incident hebben  waargenomen. De directeur heeft derhalve naar het oordeel van de beroepscommissie niet in redelijkheid en billijkheid kunnen besluiten tot oplegging van de disciplinaire straf. Nu de gevolgen van de bestreden beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, acht de beroepscommissie termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen. Zij zal de hoogte daarvan vaststellen op € 22,50.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie  en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder b  gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag onder b alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 22,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, U.P. Burke en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 29 januari 2018.

 

                         

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven