Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2296/GA, 12 februari 2018, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2296/GA

betreft: […]      datum: 12 februari 2018

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 21 juni 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de p.i.  Vught, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Klager heeft zijn in beklag ingenomen standpunt niet toegelicht in beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft het ontbreken van medicatie bij de aanvang van klagers verlof.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         Het standpunt van de directeur

De directeur erkent dat de medicatie niet klaar lag bij de aanvang van klagers verlof. Daarop is meteen contact opgenomen met de apotheek, die is gevestigd op een paar minuten afstand van klagers verlofadres, waar hij zijn medicatie kon ophalen. De beklagrechter heeft niet onderbouwd hoe hij tot de conclusie is gekomen dat klager ongeveer anderhalf uur niet optimaal van zijn verlof heeft kunnen genieten.

 

3.         De beoordeling

Gelet op de toelichting van de directeur over het tijdstip waarop de apotheek, gevestigd in de nabijheid van klagers verlofadres, het recept voor klagers medicatie heeft ontvangen en op het ontbreken van een nadere toelichting van de zijde van klager over de stappen die hij heeft moeten ondernemen om de medicatie aldaar op te halen, komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de afhandeling van de misser bij de medicatieverstrekking adequaat is geweest. De klacht is derhalve ongegrond en het beroep van de directeur gegrond.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. A. de Groot, secretaris, op 12 februari 2018

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven