Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2386/GA, 29 januari 2018, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2018

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2386/GA

betreft: [klager]            datum: 29 januari 2018

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.V. van Blitterswijk, namens

[…], verder te noemen klager, gericht tegen een uitspraak van 12 juli 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft op 14 december 2017 zitting gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad. Als toehoorder was aanwezig mr. P.N.E. Plooij, secretaris bij het secretariaat van de Raad.

De raadsman van klager, mr. J.V. van Blitterswijk, heeft schriftelijk laten weten dat hij en klager niet ter zitting zullen verschijnen en dat het beroep op de stukken kan worden afgedaan. De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft het feit dat de ventilator en radio van klager kapot zijn gegaan tijdens een celinspectie op 11 mei 2017 (IJ-2017-000518).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is van mening dat de beklagcommissie ten onrechte heeft overwogen dat niet is gebleken dat de ventilator en radio voorafgaand aan de celinspectie nog werkend waren. Klager luisterde elke dag naar de radio en dit was bekend bij zijn medegedetineerden. Bij hen had kunnen worden nagegaan of de radio nog werkend was voor de celinspectie. Daarnaast had de directeur bij de medegedetineerden kunnen verifiëren dat klager zeer geschrokken reageerde toen hij erachter kwam dat zijn ventilator en radio kapot waren. Primair verzoekt klager het beroep gegrond te verklaren, de beslissing van de beklagcommissie te vernietigen en aan klager de kosten van de goederen te vergoeden. Subsidiair verzoekt klager het beroep gegrond te verklaren, de beslissing van de beklagcommissie te vernietigen en te bepalen dat de directeur nader onderzoek dient te verrichten omtrent de kapotte ventilator en radio.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Voor het alsnog opdracht geven aan de directeur tot het verrichten van nader onderzoek ziet de beroepscommissie geen aanleiding, nu de beroepscommissie zich op basis van de stukken voldoende ingelicht acht. Het verzoek wordt daarom afgewezen.

De beroepscommissie is van oordeel dat de mededeling van rapporteur […] van 11 mei 2017 met betrekking tot de aangetroffen goederen in de cel van klager ziet op de goederen die klager teveel aanwezig heeft gehad in zijn cel. De radio is vermeld op deze lijst. Tevens staat vermeld dat de radio defect is.

Het feit dat de ventilator niet op de lijst staat, zegt echter niets over de aan- of afwezigheid van de ventilator op klagers cel en de staat waarin deze ventilator verkeerde. Het ging immers om goederen die teveel aanwezig waren. Voorts blijkt uit de dagrapportage  van 13 mei 2017 dat door de teamleider is meegedeeld dat de ventilator en radio al stuk waren.

Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de ventilator en de radio voorafgaand aan de celinspectie nog werkend waren en tijdens de celinspectie kapot zijn gegaan. Het beroep wordt derhalve ongegrond verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, U.P. Burke en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 29 januari 2018.

 

                        

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

           

 

 

 

 

Naar boven