Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0481/GB, 17 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:17-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/481/GB

Betreft: [klager] datum: 17 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 25 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1968], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 februari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 8 mei 2003 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 17 september 2000 gedetineerd. Hij verbleef sedert 13 juni 2002 in de beperkt beveiligde inrichting Westlinge te Heerhugowaard. Op 18 november 2002 is hij als passant ter herselectie overgeplaatst naar delocatie De Leuvense Poort te Den Bosch, een huis van bewaring (h.v.b.). Vanuit dit h.v.b. is hij op 18 februari 2003 geplaatst in de gevangenis Zoetermeer, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager heeft een gevangenisstraf van 4 jaar en 4 maanden met aftrek ondergaan. De v.i.-datum van deze straf viel op 15 mei 2003 Aansluitend dient hij 140 dagen hechtenis op grond van een maatregel schadevergoeding te ondergaanen 7 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. De einddatum van de detentie valt vooralsnog op 9 oktober 2003.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris - zakelijk weergegeven - als volgt toegelicht. Klager heeft zich aan de regels gehouden want zijn huisarts heeft hem op 2 september 2002 perfax ziek gemeld bij de inrichting. In die fax stond ook dat klager op 5 september 2002 voor controle diende terug te komen. Vervolgens heeft een medewerker van de inrichting, die daartoe niet bevoegd is, geoordeeld dat klager nietziek genoeg was en moest terugkomen. Vanuit de inrichting is helemaal geen contact opgenomen met de huisarts. Klager is ongeveer acht dagen ziek geweest. Toen hij contact opnam met de inrichting kreeg hij te horen dat hij op detelex was geplaatst. Als hij terug zou komen zou hij in het cellengebouw worden geplaatst. Daar had hij geen zin in en daarom is hij toen niet teruggegaan. Klager heeft geen reden om van verlof weg te blijven, hij was ernstig ziek.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager verbleef in de beperkt beveiligde inrichting Westlinge. Tijdens het laatste weekendverlof heeft hij zijn huisarts bezocht, die een aantal medische klachten heeft geconstateerd. Vervolgens heeft klager contact opgenomen met deinrichting en aangegeven niet tot reizen in staat te zijn. De dienstdoende functionaris was een andere mening toegedaan en sommeerde klager terug te keren naar de inrichting. Dat heeft klager niet gedaan en dat valt hem teverwijten. Uit de verklaring van de huisarts blijkt niet dat klager niet in staat was om te reizen. In zijn algemeenheid wordt door inrichting op voorhand aangegeven wat de spelregels zijn met betrekking tot het terugkeren vanverlof. Door niet terug te keren heeft klager de regels voor een verblijf in een beperkt beveiligde inrichting overtreden. Bovendien heeft klager niet alles gedaan om, na herstel van zijn ziekte, zijn detentie voort te zetten enheeft hij het op een arrestatie laten aankomen. Klager heeft ruim twee maanden onrechtmatig buiten de inrichting verbleven.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van allein aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie merkt hierbij op dat klager de regels met betrekking tot ziekmelding en terugkeer naar de inrichting heeft overtreden, omdatniet aannemelijk is geworden dat hij niet tot reizen in staat was. De selectiefunctionaris heeft derhalve in redelijkheid kunnen oordelen dat klager niet langer geschikt was voor een verblijf in een inrichting met een beperktbeveiligingsniveau.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 17 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven