Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0566/GV, 3 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:03-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/566/GV

betreft: [klager] datum: 3 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 februari 2003 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. De reden voor afwijzing van klagers verlofaanvraag is het gevaar voor recidive.Niet meegewogen is dat klager al een heel eind op weg is. Hij heeft herstelbemiddeling gedaan en afgerond. Dit was ook een van de redenen voor het positieve advies van de politie. De tweede reden voor afwijzing van klagersverlofaanvraag is klagers drugsprobleem volgens de selectiefunctionaris. Het doet klager pijn om dit te lezen. Op klagers verzoek heeft hij een contract afgesloten om wekelijks een urinecontrole te ondergaan. Dit werkt perfect enklager is dan ook al een tijdje clean. Klager wenst nooit meer geassocieerd te worden met een drugsprobleem. De reden voor klagers verlofaanvraag was dat hij een en ander nog moet uitleggen aan zijn gezin en zijn familie. Klagerheeft een keuze gemaakt en is van plan om het Exodus programma te gaan volgen. Klagers grootste prioriteit is zijn dochtertje. Politie van bureau Archimedesstraat heeft klager in de inrichting bezocht en was positief dat het zo goedmet klager gaat. Diep in zijn hart weet klager dat het goed zit en hij zal dit ook bewijzen en tevens een nieuwe verlofaanvraag indienen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klagers recidivestaat is indrukwekkend en eruit kan worden opgemaakt dat hij zich moeilijk staande kan houden in de vrije maatschappij. Zoals eerder geschiedde,heeft klager nu ook weer in zijn proeftijd strafbare feiten gepleegd. Hoewel hij een gunstig beeld geeft binnen de muren van de p.i. wordt klager een reëel risico geacht voor de maatschappelijke orde en veiligheid. In dit verbandkan met name gedacht worden aan de zwakkeren in de samenleving, te weten oude bedlegerige mensen die door klager in hun woning zijn bestolen zoals genoemd in het commentaar van de politie van 15 januari 2003. Klager heeft aangegevenop de goede weg te zijn en dat hij zich op zijn verzoek zou hebben onderworpen aan een wekelijkse urinecontrole. Het is niet bekend waarom klager dan niet gekozen heeft voor het volgen van het programma van deverslavingsbegeleidingsafdeling. Vooralsnog is niet aangetoond dat klagers verslavingsproblematiek is opgelost. Op grond van dit gegeven en daarbij in acht genomen de eerder genoemde veelvuldige en snelle recidive en het relatiefnog lange strafrestant is er onvoldoende vertrouwen in een goed verloop van het verlof. Bovendien is zeer recent door de inrichting telefonisch bericht dat klager onlangs drugs heeft gebruikt.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zoetermeer heeft ten aanzien van de verlofaanvraag geadviseerd om alleen verlof te verlenen onder de voorwaarde dat klager op geen enkele wijze zich in contact mag stellen met of in de buurt mag begevenvan de slachtoffers.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Den Haag heeft aangegeven akkoord te gaan met verlofverlening.
De politie Haaglanden, bureau Beresteinlaan, heeft negatief geadviseerd ten aanzien van klagers verlofaanvraag omdat klager verslaafd is aan verdovende middelen en de kans bijzonder groot wordt geacht dat hij tijdens zijn verlofweer gaat gebruiken en terug zal vallen in de criminaliteit.
De politie Haaglanden, bureau Laak, heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het door klager opgegeven verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek, wegens (gekwalificeerde) diefstal, meermalen gepleegd, en opzetheling. Aansluitend dient hij 5 maanden gevangenisstraf te ondergaan, wegens tenuitvoerlegging van eeneerdere voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 december 2003.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal vijf verlofaanvragen indienen.

Klager is vele malen eerder veroordeeld wegens vermogensdelicten en heeft de feiten waarvoor hij thans gedetineerd is tijdens een proeftijd gepleegd. Voorts is recent gebleken dat klager drugs tijdens detentie heeft gebruikt.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve is de beslissing van de Ministerniet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b. en c. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24 december1998, nr. 733726/98/DJI), evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven