nummer: 17/1326/GA
betreft: [klager] datum: 29 december 2017
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Ppw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Schepers, namens
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 20 april 2017 van de beklagcommissie bij penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad.
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 10 oktober 2017, gehouden in de p.i. Lelystad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Schepers en
[…], plaatsvervangend vestigingsdirecteur in het bijzijn van […], juridisch medewerker bij de p.i. Lelystad.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager niet in de gelegenheid wordt gesteld om middels Skype contact op te nemen met zijn in het buitenland woonachtige zoon (PL-2017-234).
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt – kort en zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. Het belang dat klager heeft bij het gebruikmaken van Skype is groot. Hij zit nog voor een lange tijd in detentie en komt pas zo rond 2021 vrij. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien jaar. Deze straf is opgelegd in Cyprus, maar klager heeft de Nederlandse nationaliteit en hij mag zijn straf uitzitten in Nederland. Hij wil graag contact hebben via Skype met zijn in het buitenland woonachtige zoon. Zijn zoon is elf jaar oud en een vaderfiguur is voor hem erg belangrijk. Klager wordt erg gemist in het gezin. Klager heeft een strafbaar feit gepleegd en is daar ook voor veroordeeld, maar zijn zoon hoeft daar niet onder te lijden, aldus klager. Er is sprake van een bijzondere situatie. Klager verblijft sinds 2015 langdurig in detentie. Zijn directe familie verblijft in Nigeria en kan hem niet bezoeken. Behalve van zijn raadsman krijgt klager geen bezoek. De directeur heeft in een verweerschrift van 13 april 2017 aangegeven dat Skype niet mogelijk is op grond van een landelijk opgelegde regeling. Het is onduidelijk welke wettelijke regeling dan wel beleidsregeling hier wordt bedoeld. Het kost personeel om Skype mogelijk te maken, dat zijn de praktische overwegingen. In de belangenafweging met betrekking tot klager mag meer inspanning van de inrichting worden verwacht. Klager wenst het contact met zijn zoon, dat nu nog enkel via de telefoon gaat, kwalitatief te verbeteren. Hij wil zijn gezicht kunnen zien. Klager vindt niet dat hij teveel vraagt. Skype contact is makkelijk te realiseren bijvoorbeeld in een kantoorruimte met personeel erbij.
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt – kort en zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. Skypen is in de inrichting niet mogelijk. Er is momenteel in de p.i. Veenhuizen een pilot gaande met een kleine groep gedetineerden die gebruik mogen maken van Skype. Dit is een moeizaam traject geweest. Deze pilot wordt geëvalueerd en mogelijk uitgebreid. Er wordt aan gewerkt om Skype mogelijk te maken in de p.i. Lelystad, alleen is er nog geen toestemming vanuit het hoofdkantoor gegeven en is een ministeriële regeling nodig.
Er zijn beveiligingtechnische argumenten die het mogelijk maken van Skype nog in de weg staan. Zo moeten er nieuwe veiligheidskabels en apparatuur worden besteld en het toezicht is nog niet gerealiseerd. Het is duidelijk dat er een belangrijke wens van klager ligt. Klager heeft wel de mogelijkheid van telefonisch contact, maar het belang van het kind wordt ook ingezien. De directeur gaat kijken wat er mogelijk is.
3. De beoordeling
De Pbw regelt in Hoofdstuk VII het contact van de gedetineerden met de buitenwereld. Het betreft briefwisseling, bezoek en telefoneren. Communicatie met behulp van het internet is niet geregeld. Artikel 24, onder 1, van de European Prison Rules (Rec (2006)2, aangenomen door de Raad van Ministers op 11 januari 2006) luidt als volgt: “Prisoners shall be allowed to communicate as often as possible by letter, telephone or other forms of communication with their families, other persons and representatives of outside organisations and to receive visits from these persons”. De toelichting op deze aanbeveling luidt: “Loss of liberty should not entail loss of contact with the outside world. On the contrary, all prisoners are entitled to contact and prison authorities should strive to create the circumstances to allow them to maintain it as best as possible. Traditionally such contact has been by way of letters, telephone calls and visits, but prison authorities should be alert to the fact that modern technology offers new ways of communicating electronically. As these develop, new techniques of controlling them are emerging too and it may be possible to use them in ways that do not threaten safety or security. Contact with the outside world is vital for counteracting the potential damaging effects of imprisonment”.
Gedetineerden hebben, op grond van artikel 39, eerste lid, van de Pbw, het recht ten minste eenmaal per week gedurende tien minuten een of meer telefoongesprekken te voeren met personen buiten de inrichting. De hieraan verbonden kosten komen, tenzij de directeur anders bepaalt, voor rekening van de gedetineerde.
Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de beroepscommissie vast dat ten aanzien van klager aan dit minimum wordt voldaan nu klager met zijn zoon wekelijks telefonisch contact kan opnemen.
Met betrekking tot de mogelijkheid van contact via Skype stelt de beroepscommissie vast dat er in een andere p.i. een pilot loopt en dat die pilot nog niet is geëvalueerd. Voorts dat de directeur van de p.i. Lelystad haar best doet om Skype naar de p.i. Lelystad te halen, dat daarvoor nog geen toestemming is verleend en dat er technische aanpassingen nodig zijn.
Nu is voldaan aan artikel 39, eerste lid, van de Pbw en de pilot voor contact via skype nog niet is geëvalueerd en dus (nog) niet is uitgebreid naar de p.i. Lelystad waar klager verblijft, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing tot afwijzing van klagers verzoek om met zijn zoon contact te onderhouden via Skype (thans) niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
De beroepscommissie heeft overigens begrepen dat de directeur gaat kijken naar (praktische) mogelijkheden om voor klager een uitzondering te maken.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 29 december 2017
secretaris voorzitter