Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1697/GA, 22 december 2017, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1697/GA

 

betreft: [klager]            datum: 22 december 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van 

 

[…], verder te noemen klager,

 

gericht tegen een uitspraak van 19 mei 2017 van de beklagcommissie bij locatie Esserheem te Veenhuizen

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 oktober 2017, gehouden in de locatie de Schie te Rotterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.G. Doornbos, en […], juridisch medewerker bij de locatie Esserheem bijgestaan door […].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag ziet op het feit dat klager geen gebruik kon maken van een herhalingsonderzoek met betrekking tot de urinecontrole op 30 januari 2017 (Eh 2017/000107).

 

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 1 februari 2017 om 20.00 uur werd klager de positieve uitkomst van de urinecontrole meegedeeld. Hij had vervolgens 24 uur de tijd te kennen te geven of hij een tweede urinecontrole wilde laten houden. Om 14.15 uur de volgende dag liet hij weten dat hij geen tweede urinecontrole wilde, maar een nieuwe test waaruit zou moeten blijken dat de positieve score uit het gebruik van medicatie voortkwam. Hij wilde namelijk aantonen dat hij geen drugs gebruikte. De directeur zei dat dat niet mogelijk was. Daarna werd de disciplinaire straf opgelegd. Om 18.00 uur diezelfde dag zei klager dat hij alsnog een tweede urinecontrole wilde laten uitvoeren. De directeur zei toen dat dat niet meer mogelijk was.

Namens de directeur is daarop als volgt gereageerd. De directeur meent dat klager na de aanzegging op 1 februari 2017 van een positieve controle  is gewezen op een bedenktijd van 24 uur om een eventueel herhalingsonderzoek aan te vragen. Er worden altijd meteen twee buisjes gevuld met urine. De tweede controle wordt dus gehouden op basis van urine die afgenomen werd op hetzelfde moment als de urine die getest werd tijdens de eerste controle. Klager zei dat hij geen gebruik wilde maken van een herhalingstest. De procedure wordt dan stopgezet. Toen klager op 2 februari 2017 om 18.00 uur te kennen gaf dat hij alsnog een herhalingsonderzoek wilde, is hij gehoord en is hem meegedeeld dat dat niet meer kon. Er was namelijk inmiddels een disciplinaire straf opgelegd. Die kon niet onderbroken worden.

 

3.         De beoordeling

Uit artikel 6, derde lid, van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen volgt dat klager binnen 24 uur na kennisneming van de uitslag van de eerste analyse een verzoek om een herhalingsonderzoek bij de directeur moet indienen. Verder volgt uit artikel 8, derde lid onder a, van de Regeling dat de tenuitvoerlegging van een disciplinaire straf wordt opgeschort in afwachting van de uitslag van het herhalingsonderzoek. 

Uit het verslag van de rapporteur van 1 februari 2017 volgt dat de positieve aanzegging op 1 februari 2017 om 19.15 uur plaatsvond. Daarna had klager 24 uur de tijd om te kennen te geven of hij gebruik wilde maken van een herhalingsonderzoek, dus tot 2 februari 2017 om 19.15 uur. In eerste instantie zei klager dat hij dat wilde. Hij wilde wel een andere test. Die werd hem niet aangeboden. Klager liet vervolgens op 2 februari 2017 om 18.00 uur weten dat hij alsnog gebruik wilde maken van het herhalingsonderzoek. Dit was dus binnen de 24 uurs termijn. Klager kreeg rond 14.15 uur een disciplinaire straf opgelegd. Een disciplinaire straf belet een herhalingsonderzoek niet. Ten onrechte is dus geen herhalingsonderzoek uitgevoerd.

Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beslissing van de beklagcommissie zal worden vernietigd. Het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie ziet geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en drs. M.J. Selnick Marzullo, leden, in tegenwoordigheid van

mr. A.G. Dekker, secretaris, op 22 december 2017

 

 

                                                                                             

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

Naar boven