nummer: 17/1852/GA
betreft: [klager] datum: 5 januari 2018
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift , ingediend door mr. C. Maat, namens
[…], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 2 juni 2017 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 15,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het te laat opstellen van een verblijfsplan met betrekking tot het verblijf van klager in de ISD maatregel, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager meent dat de hoogte van de toegekende compensatie niet in redelijke verhouding staat tot zijn geleden nadeel als gevolg van het te laat indienen van het verblijfsplan. De toegekende tegemoetkoming is niet in lijn met de jurisprudentie. In de jurisprudentie wordt namelijk € 50,= toegekend. Het gaat daarbij om vergelijkbare situaties en vergelijkbaar nadeel. Klager leed nadeel doordat het verblijfsplan pas twee en een halve maand na zijn binnenkomst werd opgesteld.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. De directeur meent dat het verblijfsplan te laat tot stand is gekomen. Hierdoor liep het traject van klager echter geen vertraging op. In de eerste acht weken werd kennisgemaakt. Na de trajectbepaling is het traject gelijk gaan lopen. Klager werd aangemeld bij Amethist voor wonen. Klager wilde het verblijfsplan eerst zelf doorlezen en bespreken met zijn advocaat. Daarna tekende hij het verblijfsplan. De toegekende tegemoetkoming is een tegemoetkoming voor de geleden schade en niet een gestandaardiseerd bedrag. De schade van klager bleef beperkt. De directeur stelt dat de beslissing van de beklagcommissie juist is.
3. De beoordeling
De beroepscommissie neemt het volgende in overweging.
Indien het verblijfsplan te laat wordt vastgesteld kan een tegemoetkoming toegekend worden. Het verblijfsplan werd anderhalve maand later dan de wettelijke termijn van vier weken vastgesteld. Gelet op de duur van de overschrijding bezien in samenhang met de toegekende tegemoetkoming in vergelijkbare door de beroepscommissie beoordeelde zaken, acht de beroepscommissie een tegemoetkoming van € 30,= redelijk. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming vaststellen op € 30,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 30,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. Dekker, secretaris, op 5 januari 2018
secretaris voorzitter