Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3548/SGA, 25 oktober 2017, schorsing
Uitspraakdatum:25-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 17/3548/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 25 oktober 2017

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. A.P. Visser, namen

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het Detentiecentrum Alphen aan den Rijn.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissingen van de directeur van voormeld detentiecentrum van 20 oktober 2017, inhoudende:

a.         de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, ingaande op 20 oktober 2017 om 14.45 uur en eindigend op 25 oktober 2017 om 14.45 uur, wegens betrokkenheid bij een poging tot invoer van softdrugs tijdens een bezoekmoment; en

b.         een disciplinaire straf van uitsluiting van deelname aan activiteiten gedurende drie uren in de periode van 20 oktober 2016 om 14.45 uur tot 20 november 2017 om 14.45 uur, er uit bestaande dat de eerstvolgende vier bezoekmomenten achter glas zullen   plaatsvinden.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 22 oktober 2017 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 24 oktober 2017.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat ten aanzien van onderdeel a niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur, waaronder begrepen een verslag van 20 oktober 2017, wordt voldoende aannemelijk dat verzoeker betrokken is geweest bij een poging tot invoer van contrabande (softdrugs) tijdens een bezoekmoment op 20 oktober 2017 en dat dit het derde soortgelijke feit binnen drie maanden betreft, kon de directeur – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – in redelijkheid onderhavige disciplinaire straf, die niet strijdig is met het algemeen geldende landelijke sanctiebeleid (de Sanctiekaart 2016 Landelijk) opleggen. Het verzoek zal in zoverre worden afgewezen.

Ten aanzien van het bezoek achter glas (onderdeel b) geldt dat de directeur in de mededeling abusievelijk heeft vermeld dat het hier een disciplinaire straf betreft terwijl dit volgens de voorzitter een toezichtmaatregel is. Dat hoeft evenwel niet tot een toewijzing van het verzoek te leiden omdat uit het vervolg van die mededeling afdoende duidelijk blijkt wat de toezichtmaatregel inhoudt. Het opleggen van die toezichtmaatregel is – nog steeds naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – niet onbegrijpelijk en in beginsel ook niet onredelijk of onbillijk. Nu de directeur in de mededeling heeft vermeld dat het bezoek achter glas gedurende drie uren plaats vindt en verzoeker op grond van het bepaalde in artikel 38, eerste lid, van de Pbw recht heeft op  bezoek gedurende ten minste één uur per week, kan de bestreden toezichtmaatregel niet langer duren dan (ten hoogste) drie weken. Het verzoek wordt daarom toegewezen voor zover het de verplichting van het ontvangen van bezoek achter glas langer duurt dan tot 10 november 2017 om 14.45 uur met afwijzing van het verzoek voor het overige.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe met betrekking tot de toezichtmaatregel,  uitsluitend voor zover deze betrekking heeft op het ontvangen van bezoek na 10 november 2017 om 14.45 uur.

Wijst het verzoek voor het overige af.

 

Aldus gedaan door mr. J.W. Rijkers, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 25 oktober 2017.

 

 

secretaris         voorzitter

 

Naar boven