Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4223/GA, 17 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          16/4223/GA

betreft: [klager]            datum: 17 juli 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 december 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. R.I. Kool om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft
a.         het verbod op telefonisch contact met klagers advocaat op het 070-nummer (VU 2016/002019);
b.         het verbod op telefonisch contact met de secretaresse of andere medewerkers van het advocatenkantoor (VU 2016/002050 en VU 2016/002051).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en de directeur

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – kort en zakelijk weergegeven – toegelicht. De beklagcommissie heeft de klacht veranderd van ‘belemmering in telefonisch contact met de advocaat’ naar ‘de advocaat reageert niet op terugbelverzoeken’. Dat is fraude. Het personeel mag bellen naar het advocatenkantoor en zodra opgenomen wordt, dient het gesprek doorverbonden te worden naar klager. Klagers advocaat heeft nooit een terugbelverzoek ontvangen. De secretaresse van de advocaat valt onder de geprivilegieerde contacten in de huisregels. Klager verzoekt om een tegemoetkoming.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Ingevolge artikel 39, vierde lid, in verbinding met artikel 37, eerste lid onder i, van de Pbw wordt de gedetineerde in staat gesteld met zijn advocaat telefonisch contact te hebben, indien hiertoe de noodzaak en de gelegenheid bestaan.

Gezien de inhoud van de klaagschriften is het volgende aannemelijk geworden. Het personeel heeft op verzoek van klager meerdere malen het advocatenkantoor gebeld. Bij afwezigheid van de advocaat is de telefoon niet naar klager doorverbonden, maar een terugbelverzoek gedaan.

Met betrekking tot het beklag onder a. kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot gegrondverklaring van het beklag leiden, nu er geen sprake was van een verbod op telefonisch contact. Klager werd niet doorverbonden omdat zijn advocaat telefonisch niet beschikbaar was. Het beroep zal daarom in zoverre ongegrond worden verklaard.

Met betrekking tot het beklag onder b. overweegt de beroepscommissie als volgt.

Ter gelegenheid van de zitting van de beklagrechter van 16 januari 2017, zo blijkt uit de overwegingen van de beklagcommissie in de uitspraak van 6 maart 2017, heeft de directeur toegezegd dat klager contact mag hebben met de secretaresse van de advocaat. De directeur zou zorgdragen dat deze afspraken ook bij het personeel bekend zouden worden gemaakt.

De klachten van klager zijn gegrond verklaard.

Thans ligt wederom een klacht voor betreffende het contact met de secretaresse van het advocatenkantoor. De directeur heeft ter gelegenheid van de zitting van de beklagrechter van 19 december 2016 aangegeven dat het personeel, naar aanleiding van een verzoek van klager, eerst belt met het kantoor en als de advocaat niet beschikbaar is een terugbelverzoek wordt achtergelaten.

Niet valt in te zien dat, gelet op het standpunt van de directeur dat klager contact mag hebben met de secretaresse van de advocaat, dit niet zou gelden in de thans voorliggende casus.

Het beroep zal gegrond worden verklaard, de beslissing van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van na te noemen hoogte.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot het beklag onder a. ongegrond.

De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot het beklag onder b. gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 10,=.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van S.C. Vogel, secretaris, op 17 juli 2017.

                                                

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven