Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2385/GA, 8 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2385/GA

betreft: [klager]            datum: 8 november 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen de mededeling van 13 juli 2017 van de commissie van toezicht bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein inhoudende dat de klacht van klager als ingetrokken wordt beschouwd, alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft een disciplinaire straf van veertien dagen opsluiting in een strafcel, wegens de weigering om aan de plaatsing op een meerpersoonscel medewerking te verlenen (NM-2017-000417).

 

De beklagcommissie heeft het beklag als ingetrokken beschouwd.

 

2.         Het standpunt van klager

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt

– samengevat – toegelicht. De behandeling van klagers klacht op de beklagzitting van

12 juli 2017 viel samen met zijn bezoekmoment. Klager verkoos om in de bezoekzaal te blijven, omdat hij zijn bezoeker meer dan een jaar niet had gezien en omdat de bezoeker veel inspanningen had verricht om klager te bezoeken. Via een beveiliger heeft klager de beklagcommissie verzocht de behandeling van zijn klacht uit te stellen tot na het bezoek.

 

3.         De beoordeling

Klager heeft een klacht gedateerd op 28 maart 2017 bij de beklagcommissie ingediend. De behandeling van die klacht zou op de beklagzitting van 12 juli 2017 worden behandeld. Klager wilde niet ter zitting verschijnen, omdat hij bij zijn bezoek wilde blijven. De beklagcommissie heeft om die reden het beklag als ingetrokken beschouwd.

In RSJ 13 december 2016, 16/2708/GA heeft de beroepscommissie overwogen dat klager in zijn beroep kan worden ontvangen, nu zij de beslissing de klacht als ingetrokken te beschouwen gelijk stelt met de uitspraak van de beklagcommissie waartegen op grond van artikel 69, eerste lid, van de Pbw beroep openstaat. De wettelijke regels bevatten geen voorschriften voor het intrekken van klachten. Intrekking is wel mogelijk. Uit het oogpunt van een goede procesorde is dan wel vereist dat klager bewust afstand van de verdere behandeling van het beklag doet. Naar het oordeel van de beroepscommissie betekent dit, om misverstanden te voorkomen, dat de intrekking schriftelijk geschiedt.

Nu in dit geval de beklagcommissie de klacht als ingetrokken heeft beschouwd op grond van het enkele feit dat klager niet ter zitting wilde verschijnen, omdat hij zijn bezoekmoment niet wilde afbreken, is er geen sprake van een rechtsgeldige intrekking van de klacht. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de zaak zal worden teruggewezen naar de beklagcommissie teneinde te oordelen over het hier aan de orde zijnde beklag.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de beslissing van de beklagcommissie om de klacht als ingetrokken te beschouwen. Zij wijst de zaak terug naar beklagcommissie bij de p.i. Nieuwegein teneinde op de klacht te beslissen.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

M.G. Bikker, secretaris, op 8 november 2017

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

 

 

Naar boven