Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2395/GM, 5 december 2017, beroep
Uitspraakdatum:05-12-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/2395/GM

betreft: [klager]            datum: 5 december 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 11 juli 2017 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Klager en de inrichtingstandarts zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 24 oktober 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad te worden gehoord. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt. De tandarts verbonden aan de p.i. Leeuwarden heeft schriftelijk bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

           

1.         De inhoud van het beroep

De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 30 mei 2017, betreft de weigering van tandheelkundige zorg (prothese en pijnbehandeling).

 

2.         De standpunten van klager en de tandarts

Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Er was sprake van een acute klacht. Klager verwijst naar een sprekersbriefje van 16 mei 2017 over een afgebroken tand. De tandarts was dus van tevoren hiervan op de hoogte. Het rapport heeft niet geleid tot een beslissing van de directeur. Buiten detentie is een procedure gestart voor het vervaardigen van een prothese, maar zo ver is het nooit gekomen vanwege klagers nieuwe detentie. Er is inmiddels sprake van een goedkeuring voor een prothese.

Klager heeft een prothese die slecht geplaatst is. De tandarts wilde een nieuwe prothese aanvragen, maar die aanvraag is geweigerd. Op klagers aanvraag om een re-base ging de tandarts niet in. Bij klager was eerder in 2016 sprake van een gebroken tand. Twee weken voor 30 mei 2017 was bij klager een kies afgebroken. De tandarts wilde deze niet behandelen. Een week later kreeg klager een flinke ontsteking waardoor een noodarts gebeld moest worden.

De tandarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager heeft problemen met zijn boven prothese, waarvan geprobeerd is deze met machtiging van DJI op te lossen. De machtiging is diverse keren afgewezen, onder andere wegens onbekende straftijd en het niet bekend zijn van een beweerde TBS. Toen dit klager werd medegedeeld en hem werd gevraagd de tbs administratief te willen bevestigen, ontstond een discussie. Klager werd gevraagd weg te gaan, maar weigerde dit. Hij noemde ten overstaan van twee p.i.w.-ers de tandarts een mafkees die denkt dat hij hier de baas is. Klager heeft het vervolgens over een andere boeg gegooid en geëist dat de tandarts hem van zijn kiespijn afhelpt en gedreigd met een klacht. De tandarts heeft hem laten afvoeren en hem rapport aangezegd.

De klachten van klager hebben betrekking op zijn vorige detentie uit 2016 en betreffen zijn gebitsprothese en slechte (avitale en afgebroken) elementen 44 en 45. Na vele pogingen is uiteindelijk toch toestemming verkregen voor een nieuwe prothese. Om een goed resultaat te krijgen zou een flabby ridge operatie nodig zijn. Klager heeft dit geweigerd. De nieuwe prothese is inmiddels geplaatst. Klager is hier blij mee. De klachten over de gebitselementen zijn niet als pijnklachten bij de tandarts gemeld. In 2016 was al bekend dat de elementen 44 en 45 nog behandeld moesten worden. Dit is buiten niet gebeurd.. Ondertussen dienen deze elementen te worden geëxtraheerd.

 

3.         De beoordeling

Uit de door de tandarts overgelegde röntgenfoto blijkt dat omtrent element 44 en 45 grote problemen zichtbaar zijn, die mogelijk enkel met een extractie kunnen worden verholpen. Op grond van het verstrekkingenpakket DJI 2017 zal voor een prothese de machtiging van de Medisch Adviseur benodigd zijn. Deze werd geweigerd, maar is inmiddels toch toegekend. Omtrent de afgebroken tand op 16 mei 2017 stelt klager dat hij een sprekersbriefje heeft ingevuld. Het medisch dossier lijkt klager daarin te steunen. De beroepscommissie sluit echter niet uit dat er kennelijk een misverstand heeft bestaan over de behandeling van de pijnklacht, nu de klachten werden toegeschreven aan het hiervoor bedoelde probleem omtrent klagers prothese. Voor de beroepscommissie is onduidelijk gebleven waarom het vervolgens drie weken heeft geduurd alvorens klager pijnstillers verstrekt heeft verkregen. Nu zowel klager als de inrichtingstandarts niet ter zitting zijn verschenen om de hierover bij de beroepscommissie levende vragen te beantwoorden, kan zonder bedoelde toelichting niet geconcludeerd worden dat de tandarts een verwijt kan worden gemaakt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat de communicatie tussen klager en de tandarts kennelijk weer is hersteld. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, dr. H.J.P. Kroeze en dr. ing. C.J. Ruissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 5 december 2017

 

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

 

 

 

Naar boven