Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4294/TA, 3 maart 2017, beroep
Uitspraakdatum:03-03-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:           16/4294/TA

 

betreft: […]       datum: 3 maart 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 december 2016 van de alleensprekende beklagrechter bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 februari 2016, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager en, namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, mr. D.F. van der Kraan, juridisch medewerker.

De nagekomen reactie van het hoofd van de inrichting van 27 januari 2017 is ter zitting aan klager voorgelezen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de slecht werkende GPS op klagers rolstoel, hetgeen geleid heeft tot begrenzing van de maximum snelheid van zijn rolstoel waardoor klagers proefverlof wordt belemmerd omdat hij niet meer veilig kruisingen kan oversteken (PN 2016/159).

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk in het beklag verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting

Door klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klager zit al anderhalf jaar in een rolstoel. Hij heeft MS en hij kan niet meer goed praten en lezen sinds hij een TIA heeft gehad. Zijn GPS is gemanipuleerd door de inrichting en werkt niet goed. Volgens de GPS-gegevens zou klager met zijn rolstoel dwars door een gebouw heen rijden. De maximum snelheid van zijn rolstoel is inmiddels begrensd tot 3 km/u. Met die snelheid kan hij kruisingen niet veilig oversteken. Hij wordt ingehaald door personen die te voet zijn, zo langzaam rijdt de rolstoel. Klager zou al tevreden zijn als hij iets harder zou kunnen rijden dan 3 km/u. Klager wordt er verder van beschuldigd dat hij een delict heeft gepleegd buiten het terrein en er zou sprake zijn van vluchtgevaar, maar klager snapt dat niet. Hij heeft proefverlof, maar hij kan nergens naar toe, terwijl het bij proefverlof juist de bedoeling is dat de patiënt zich buiten het terrein begeeft. Klager is daarentegen op huisarrest gezet, hij mag niemand ontmoeten en hij mag niet naar de buren, ondanks zijn proefverlof.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

Klager heeft proefverlof en verblijft in Huize Padua. Er is daar een groot buitenterrein. Voorwaarde voor het proefverlof, in het kader van risicomanagement (waarvoor van belang is dat men weet waar klager zich bevindt), en het gebruik van een elektrische rolstoel is dat gebruik wordt gemaakt van GPS. De kans op ontvluchting is laag en klager wordt er niet van verdacht een delict te hebben gepleegd of te gaan plegen. Wel moet het personeel weten waar klager is want het is een groot terrein waar klager kan rijden met zijn rolstoel. De snelheid waarmee klager aanvankelijk met zijn rolstoel reed, was te hoog, nl. 11 km/u op een terrein waar ook anderen zijn/lopen. Klagers rolstoel is nu begrensd, waardoor hij maximaal 3 km/u kan rijden. Klager moet wel buiten het terrein snel genoeg een kruising kunnen oversteken, en daarvoor lijkt 3 km/u een te lage snelheid. Mogelijk kan ook een ander GPS-systeem worden gebruikt. Met Huize Padua zal contact worden opgenomen om het ontbreken van vluchtgevaar, de begrenzing van de maximum snelheid van klagers rolstoel en de slecht werkende GPS te bespreken.

3.         De beoordeling

Het beklag is gericht tegen de slecht werkende GPS op klagers rolstoel, hetgeen geleid heeft tot begrenzing van de maximum snelheid van die rolstoel, waardoor klagers proefverlof zou worden belemmerd omdat hij kruisingen niet meer veilig kan oversteken. Dit betreft geen beslissing waartegen, gelet op het bepaalde in de artikelen 56 en 57 van de Bvt, beklag kan worden ingediend.

De beroepscommissie zal derhalve klagers beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging en aanvulling van de gronden.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat het van belang is de bij klager ontstane onduidelijkheid over de redenen die hebben geleid tot de begrenzing van de maximum snelheid van zijn rolstoel weg te nemen en dat namens het hoofd van de inrichting is toegezegd dat een en ander zal worden besproken met het personeel van Huize Padua, waarbij ook de mogelijkheid van een ander GPS-systeem en een minder strikte begrenzing van de maximum snelheid van klagers rolstoel aan de orde zullen komen.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met deels wijziging en aanvulling van de gronden.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 maart 2017.

 

 

        

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven