Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3982/SGA, 1 december 2017, schorsing
Uitspraakdatum:01-12-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 17/3982/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 1 december 2017

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Zwaag.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 24 november 2017, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, voor de duur van zeven dagen, ingaande op 24 november 2017 om 15.00 uur en eindigende op 1 december 2017 om 15.00 uur, wegens bezit van een mobiele telefoon. Uit de beslissing blijkt dat de directeur een eerder opgelegde disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel heeft omgezet in de thans bestreden disciplinaire straf.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 28 november 2017 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 29 november 2017.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Na de schorsing van de tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een strafcel (RSJ 24 november 2017, 17/3914/SGA) heeft de directeur deze omgezet in een disciplinaire straf van zeven dagen op eigen cel. De directeur volgt daarmee de in vorenbedoelde uitspraak gegeven overwegingen. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 1 december 2017

 

                         

secretaris         voorzitter

Naar boven