Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1452/GA, 9 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:09-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:          17/1452/GA

 

betreft: [klager]            datum: 9 november 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 24 april 2017 van de beklagcommissie bij de p.i. Vught, gegeven op een klacht van […], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie

Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, ingaande op 14 maart 2017, wegens een positieve urinecontrole (VU-2017-508).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en daarbij aan klager een tegemoetkoming van € 10,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van de directeur en klager

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De tegemoetkoming van € 10,= staat niet in verhouding tot het te laat uitreiken van de beschikking. Klager heeft bij een urinecontrole van 25 februari 2017 positief gescoord. De rapporteur heeft per ongeluk vermeld dat het schriftelijk verslag niet is aangezegd, maar dit is wel gebeurd. De rapporteur heeft voor klager een herhalingsonderzoek aangevraagd en is naar de arbeid gegaan om dit aan klager mede te delen. Klager is gehoord voordat de sanctie is opgelegd. Het schorsingsverzoek van klager is toegewezen, zodat klager de disciplinaire straf niet heeft uitgezeten. Klager heeft dus geen nadeel ondervonden van het feit dat hij de beschikking te laat heeft gekregen.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De beschikking dient binnen 24 uur uitgereikt te worden en dat is niet gebeurd. De uitslag van het onderzoek is klager niet overhandigd en hem is ook niet gevraagd om een herhalingsonderzoek te doen. Klager heeft hier wel recht op, maar dergelijke informatie wordt bewust achtergehouden. Klager wenst voor de beroepscommissie te verschijnen.

 

 

3.         De beoordeling

Klager heeft verzocht om een mondelinge behandeling van het beroep. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, zij acht zich op basis van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

Uit het rapport blijkt dat de disciplinaire straf is ingegaan op 14 maart 2017 om 11.15 uur en dat de mededeling daarvan op 15 maart 2017 om 20.30 uur aan verzoeker is uitgereikt. Dat is niet onverwijld zoals in artikel 58 van de Pbw voorgeschreven.

De tenuitvoerlegging van de disciplinaire straf is – naar aanleiding van de uitspraak van de beroepscommissie (RSJ 17 maart 2017, 17/875/SGA) – op 17 maart 2017 geschorst. De disciplinaire straf is dus gedurende drie dagen ten uitvoer gelegd. Nu aan de oplegging van de disciplinaire straf een formeel gebrek kleeft, acht de beroepscommissie de toegekende tegemoetkoming van € 10,= niet onredelijk of onbillijk.

Voor een beoordeling van de rechtmatigheid van de opgelegde disciplinaire straf – die door klager wordt betwist – is thans geen ruimte, nu het beroep van de directeur zich slechts richt tegen de uitspraak van de beklagcommissie voor zover het beklag gegrond is verklaard en de Pbw geen regeling kent die een zogeheten incidenteel beroep mogelijk maakt.

Gelet op het vorenstaande kan hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J. Schagen MA en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 9 november 2017.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven