Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2265/GA, 1 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:01-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

 

 

 

 

nummer:          17/2265/GA

betreft: […]      datum: 1 november 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van, ingediend door mr. J.-L.A.M. Le Cocq d’Armandville, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 juli 2017 van de beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Nieuwegein in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter

Het beklag betreft de beslissing van 23 februari 2017 tot afwijzing van klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof (NM 2017/258).

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten

Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager is niet verslaafd, hij heeft meermaals laten zien dat hij in detentie geen alcohol en drugs gebruikt. Hij scoort niet voortdurend positief bij urinecontroles, wat van een verslaafde verwacht zou worden. Hij toont geen vreemd gedrag en fraudeert ook niet. De gestelde onbetrouwbaarheid van klager vindt enkel steun in adviezen van derden. Klagers gedrag in de inrichting is hierbij niet betrokken. Voorts is niet gebleken van een afweging voor een eventueel kortdurend verlof of het opnemen van bijzondere voorwaarden bij verlofverlening, zoals een meldplicht en/of elektronische controle. Klager wilde tijdens het verlof zijn ernstig zieke ouders bezoeken. Zijn ouders konden niet op bezoek komen in de inrichting.

 

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

 

3.         De beoordeling

Klager onderging onder meer een taakstrafvervangende hechtenis van vijftig dagen wegens het medeplegen van poging tot doodslag. Op 2 oktober 2017 is klager in vrijheid gesteld.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kon in totaal vier verlofaanvragen indienen.

Vooropgesteld dient te worden dat bij verzoeken tot algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen enerzijds het individuele belang van de gedetineerde om zich tijdig en goed te kunnen voorbereiden op zijn terugkeer in de maatschappij en anderzijds het algemeen belang van – onder meer – de orde, rust en veiligheid in de samenleving en een ongestoorde tenuitvoerlegging van de opgelegde vrijheidsstraf.

De directeur heeft klagers verlofaanvraag afgewezen omdat klager zich tijdens de proeftijd van zijn voorwaardelijke strafdeel niet heeft gehouden aan de voorwaarden. Zo heeft hij onder meer zijn detox niet afgemaakt en alcohol gebruikt. Voorts verwijst de directeur naar het negatieve advies van het Veiligheidshuis dat het recidiverisico als hoog inschat als gevolg van de persoonlijke leefomstandigheden van klager en bij gebrek aan klinische behandeling. Voorts is sprake van een positieve score op THC.

 

De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de directeur, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b., c. en d. van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd met aanvulling van de gronden.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van

P. de Vries, secretaris, op 1 november 2017.

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

 

Naar boven