Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0575/GA, 2 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:02-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/575/GA

betreft: [klager] datum: 2 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 7 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 februari 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen, locaties Groot Bankenbosch en Norgerhaven te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 mei 2003, gehouden in de p.i. Zwolle, is mw [...], unit-directeur bij de locatie Norgerhaven gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij uitdrukkelijk jegens de unit-directeur voornoemd aangegeven daarvan geen gebruik te willen maken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van een dag opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, alsmede de oplegging van een voorwaardelijke boete van
€ 15,=, wegens het na twee maal te zijn gewekt niet op tijd op de werkzaal verschijnen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verblijft op de individuele begeleidingsafdeling (IBA). Op deze afdeling wordt er rekening mee gehouden dat sommige gedetineerden moeite hebben met wakker worden. Daarom wordt een op de IBA verblijvende gedetineerde, andersdan te doen gebruikelijk binnen het algehele regime waar enkel de deur wordt ontsloten, twee maal gewekt.
Verder is het de verantwoordelijkheid van de gedetineerde op tijd op de arbeid te zijn.
Daarbij wordt een gedetineerde in voorkomende gevallen een straf opgelegd waar hij baat bij kan hebben.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is de beroepscommissie genoegzaam gebleken dat directie en personeel gedetineerden die op de IBA verblijven op gepaste wijze benaderen. Zo is klager in het onderhavige geval tot tweemaal toe er op gewezen dat het tijd was om op te staan teneinde op tijd op de werkzaal te zijn. Dat klager ook hieraan geen gehoor wenste te geven dient dan ook voor zijn eigen risico te komen.
Daarbij heeft de directeur in alle redelijkheid en billijkheid aan klager een gepaste straf opgelegd, waarvan een deel voorwaardelijk. De termijn die daaraan gekoppeld was is inmiddels ruim verstreken.
Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 2 juni 2003

secretaris voorzitter

nummer: 03/575/GA

betreft: [klager] datum: 2 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 7 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 februari 2003 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen, locaties Groot Bankenbosch en Norgerhaven te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 mei 2003, gehouden in de p.i. Zwolle, is mw [...], unit-directeur bij de locatie Norgerhaven gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij uitdrukkelijk jegens de unit-directeur voornoemd aangegeven daarvan geen gebruik te willen maken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van een dag opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, alsmede de oplegging van een voorwaardelijke boete van
€ 15,=, wegens het na twee maal te zijn gewekt niet op tijd op de werkzaal verschijnen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verblijft op de individuele begeleidingsafdeling (IBA). Op deze afdeling wordt er rekening mee gehouden dat sommige gedetineerden moeite hebben met wakker worden. Daarom wordt een op de IBA verblijvende gedetineerde, andersdan te doen gebruikelijk binnen het algehele regime waar enkel de deur wordt ontsloten, twee maal gewekt.
Verder is het de verantwoordelijkheid van de gedetineerde op tijd op de arbeid te zijn.
Daarbij wordt een gedetineerde in voorkomende gevallen een straf opgelegd waar hij baat bij kan hebben.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is de beroepscommissie genoegzaam gebleken dat directie en personeel gedetineerden die op de IBA verblijven op gepaste wijze benaderen. Zo is klager in het onderhavige geval tot tweemaal toe er op gewezen dat het tijd was om op te staan teneinde op tijd op de werkzaal te zijn. Dat klager ook hieraan geen gehoor wenste te geven dient dan ook voor zijn eigen risico te komen.
Daarbij heeft de directeur in alle redelijkheid en billijkheid aan klager een gepaste straf opgelegd, waarvan een deel voorwaardelijk. De termijn die daaraan gekoppeld was is inmiddels ruim verstreken.
Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 2 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven