Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0361/GA, 10 juni 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 03/361/GA

betreft: [klager] datum: 10 juni 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 28 januari 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 mei 2003, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van de locatie Westlinge heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager zijn spullen, die bij gelegenheid van zijn overplaatsing naar de locatie Zoetermeer vanuit de locatie Westlinge zouden zijn nagestuurd, niet heeft ontvangen.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik heb slechts tien dagen in Westlinge verbleven en daar heb ik mijn spullen niet gezien. Ik heb mijn spullen nog steeds niet, ik weet niet hoe lang dit nog gaat duren. Mijn spullen zouden in een magazijn in Rotterdam moeten zijn,maar die zijn daar niet. Niemand van de inrichting heeft mij tussentijds hierover benaderd. Ik heb al eens een opsomming van de spullen gegeven, maar die zit niet tussen de stukken. Het betreft drie dozen met:
-kleren (een jas, drie truien, twee pantalons, drie spijkerbroeken en t-shirts);
-drie paar schoenen en een paar Marokkaanse slippers;
-een wekkerradio;
-een radio/cassette/cd recorder;
-foto’s;
-een schilderij.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat klagers spullen op 20 augustus 2002 vanuit de locatie Westlinge per abuis naar de locatie De Schie te Rotterdam zijn gestuurd en dat klager deze nog niet heeft ontvangen. Het beroep zal daaromgegrond worden verklaard.
Aan klager zal voor het door hem ondervonden ongemak een tegemoetkoming worden toegekend van € 50,=. Hierbij is in aanmerking genomen dat hij zijn spullen inmiddels ruim acht maanden kwijt is. De tegemoetkoming is niet bedoeld alsschadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffendeinrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. drs. A. Rook, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 10 juni 2003

secretaris voorzitter

Naar boven