Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3971/SGA, 29 november 2017, schorsing
Uitspraakdatum:29-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 17/3971/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 29 november 2017

 

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, tevens beroepschrift, van

 

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught.

 

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormeld PPC van 23 november 2017, inhoudende dat verzoeker wordt verplicht tot het ondergaan van een geneeskundige a-behandeling als bedoeld in artikel 46e van de Pbw (dwangmedicatie), voor de duur van drie maanden, ingaande op 28 november 2017 om 10.00 uur en eindigende op 28  februari 2018 om 10.00 uur.

 

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 28 november 2017.  

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Uit de verstrekte inlichtingen, waarbij zijn gevoegd de adviezen van de behandelend psychiater van 15 november 2017, en van een onafhankelijk psychiater ook van 15 november 2017,  wordt - naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - voldoende aannemelijk dat bij verzoeker sprake is van een stoornis van de geestvermogens, dat verzoeker vanuit die stoornis gevaar als bedoeld in artikel 46a, eerste lid en tweede lid, van de Pbw veroorzaakt en dat zonder een geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a van de Pbw,  het gevaar dat de stoornis van zijn geestvermogens veroorzaakt niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen. Op grond van een en ander acht de voorzitter de noodzaak tot toepassing van a-dwangbehandeling voldoende aannemelijk geworden.  Weliswaar heeft de directeur niet (een uittreksel uit) het behandelplan overgelegd maar dit is te wijten aan het feit dat verzoeker weigert daarvoor toestemming te verlenen. In het licht van dit gegeven behoeft het ontbreken van (een uittreksel uit) het behandelplan naar het voorlopig oordeel van de voorzitter niet tot een toewijzing van het verzoek te leiden. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

 

2.     De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek af.

 

 

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 29 november 2017.

 

          

 

 

secretaris         voorzitter

 

Naar boven