Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3360/SGA, 10 oktober 2017, schorsing
Uitspraakdatum:10-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          : 17/3360/SGA

Betreft : [verzoeker]    datum: 10 oktober 2017

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift,  ingediend door mr. M. de Reus, namens

[…], verder verzoeker te noemen, verblijvende in een van de locatie Hoogvliet te Rotterdam deel uitmakende gesloten inrichting.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) welke deel uit maakt van de locatie Hoogvliet van 4 oktober 2017, inhoudende de plaatsing in een gesloten inrichting voor de duur van twee weken, ingaande op 4 oktober 2017 om 00.00 uur en eindigende op 28 oktober 2017 om 00.00 uur, in afwachting van de beslissing van de selectiefunctionaris. De voorzitter verstaat dat bij het noemen van de einddatum sprake is van een verschrijving en dat 18 oktober 2017 moet worden gelezen.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 5 oktober 2017 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 6 oktober 2017.

 

1.         De beoordeling

De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat  het geval.

Op grond van artikel 15, derde lid van de Pbw is de selectiefunctionaris exclusief bevoegd om een gedetineerde over te plaatsen naar een andere inrichting. De voorzitter begrijpt dat verzoeker op 4 oktober 2017 op basis van de bestreden beslissing van de directeur vanuit de z.b.b.i., welke deel uitmaakt van de locatie Hoogvliet, is geplaatst in de gesloten inrichting welke deel uit maakt van de locatie Hoogvliet. Deze beslissing is genomen in afwachting van herselectie door de selectiefunctionaris.

Op grond van artikel 25 van de Pbw, kan de directeur, in overeenstemming met de selectiefunctionaris, de tenuitvoerlegging van een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere inrichting laten ondergaan. Echter, in dit geval is er evenwel geen sprake van een ordemaatregel van afzondering maar van een beslissing tot plaatsing in een gesloten inrichting. Uit vorenstaande moet worden geconcludeerd dat niet de selectiefunctionaris, maar de directeur en wel in strijd met het wettelijk voorschrift van artikel 15, derde lid van de Pbw verzoeker heeft overgeplaatst naar een andere inrichting. Gelet op voorgaande komt de beslissing van de directeur voor schorsing in aanmerking.

 

2.         De uitspraak

De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

 

 

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 10 oktober 2017.

 

 

 

                 

 

 

 

secretaris         voorzitter

 

Naar boven