Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2073/JB, 8 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:08-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/2073/JB

Betreft:            [klager]            datum: 8 november 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.B. Schmidt, namens

[…], geboren op [ 1996], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 20 juni 2017 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

 

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 oktober 2017, gehouden in de rechtbank Midden-Nederland te Utrecht, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.B. Schmidt, en de selectiefunctionaris […].

 

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager tot overplaatsing naar de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Intermetzo te Lelystad (hierna: Intermetzo) afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager verbleef in j.j.i. De Hartelborgt te Spijkenisse en is op 11 mei 2017 in verband met het opheffen van zijn afdeling overgeplaatst naar een normaal beveiligde afdeling van de j.j.i. Teylingereind te Sassenheim. Op 22 mei 20167 heeft klager verzocht te worden overgeplaatst naar de j.j.i. Intermetzo te Lelystad. Dit verzoek is bij beslissing van 20 juni 2017 afgewezen door de selectiefunctionaris.

 

3.         De standpunten

Door en namens klager is het beroep tegen de beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.

De inhoudelijke behandeling van klager is niet als beletsel voor overplaatsing genoemd. De stelling van de selectiefunctionaris dat klager vanwege zijn problematiek niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een landelijke bestemming is niet gemotiveerd, feitelijk onjuist en tegenstrijdig. Volgens de selectiefunctionaris wordt in zowel Teylingereind als Intermetzo dezelfde behandeling geboden.

De afwijzing van het overplaatsingsverzoek is alleen gebaseerd op het beleid van regionale plaatsing. De langere reistijd na plaatsing in Intermetzo kan echter geen reden voor afwijzing van het overplaatsingsverzoek zijn. De langere duur van de reistijd valt best mee en is gemakkelijk te overbruggen. Klager en zijn moeder maken daar geen bezwaar tegen. Zij achten plaatsing van klager in Intermetzo in het belang van klagers behandeling.

Klager kon niet met zijn groepsgenoten van De Hartelborgt naar Den Hey-Acker worden overplaatst omdat zijn broer daar verblijft. Klager heeft geen vertrouwen in een behandeling in Teylingereind. De selectiefunctionaris gaat niet in op het incident dat in 2014 in die inrichting heeft plaatsgevonden. Klager heeft toen een groepsleider geslagen. In Teylingereind werken nog steeds personeelsleden die er toen ook werkten. Klager voelt dat deze personeelsleden anders naar hem kijken. Ook nieuwe personeelsleden kijken anders naar hem zodra zij over hem hebben gelezen. De selectiefunctionaris zegt dat het slechts het gevoel van klager is en niet waar is, maar klager ziet hoe het gaat.  Naast het feit dat dit het vertrouwen raakt, ligt de grootste vertrouwensbreuk voor klager in het feit dat hij tot op heden geen verlof heeft. Het Hof te Den Haag heeft in haar uitspraak van december 2016 opgemerkt dat het verlof snel zou ingaan, hetgeen ook door ForCa was geadviseerd. De Hartelborgt had een versneld verloftraject toegezegd en zou op 10 mei 2017 de verlofaanvraag doen, maar dat is niet doorgegaan door klagers overplaatsing naar Teylingereind. Laatstgenoemde inrichting wilde de verlofaanvraag opnieuw bekijken en heeft pas na vijf maanden verblijf van klager in die inrichting een verlofaanvraag ingediend. Klager zit al vier jaar binnen. Teylingereind geeft hem niets, terwijl hij alles geeft.

De selectiefunctionaris heeft inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.

Klager is volgens beleid regionaal geplaatst op een normaal beveiligde afdeling van Teylingereind. Een noodzaak om van dit beleid af te wijken is niet aangetoond. In Teylingereind wordt met dezelfde behandelmethode als in Intermetzo gewerkt.

Vanwege een eerder incident en tegenvallende verlofverwachtingen heeft klager al na 11 dagen verblijf in Teylingereind een overplaatsingsverzoek ingediend. Klagers verwachtingen bij Intermetzo zijn meer positief, maar klager heeft niet onderbouwd dat het na plaatsing in die inrichting goed met hem zal gaan. Overplaatsing is volgens Teylingereind niet in het belang van klager. Het incident uit 2014 is voor Teylingereind afgesloten en vormt geen belemmering (meer) voor verdere behandeling. Nu de inrichting met een schone lei wil beginnen, heeft de selectiefunctionaris geen verdere navraag naar dat incident gedaan. Dat dit incident klager in Teylingereind in de weg staat, is meer een gevoel van klager dan dat dit daadwerkelijk waar is. Er is ook niet gebleken dat het niet goed gaat met klager in Teylingereind. Uit navraag bij de plaatsvervangend behandelcoördinator en klagers mentor komt naar voren dat klager meewerkt en dat er geen incidenten hebben plaatsgevonden. Het gaat goed met klager, maar er zijn twijfels over zijn behandelmotivatie.  Het later aanvragen van verlof heeft te maken met het feit dat klagers behandelmotivatie met name op verlof is gericht en minder op verandering.

 

4.         De beoordeling

Plaatsing van een jeugdige in een justitiële jeugdinrichting vindt volgens beleid plaats in een justitiële jeugdinrichting die het dichtst gelegen is bij zijn woonomgeving. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken, indien specialistische behandeling op een afdeling in een j.j.i. met een landelijke bestemming is aangewezen. Niet is gebleken dat bij klager sprake is van zodanige problematiek dat hij geplaatst zou moeten worden op een dergelijke afdeling in plaats van een reguliere behandelafdeling in de regio waar zijn familie woont, in klagers geval de omgeving van Rotterdam. Daar klager niet in Den Hey-Acker kon worden geplaatst is hij vanwege sluiting van zijn afdeling in De Hartelborgt geplaatst in Teylingereind. Klager heeft aangevoerd dat hij geen vertrouwen heeft in deze inrichting en meer vertrouwen heeft in een behandeling in Intermetzo.

 

Aan de orde is de vraag of de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen besluiten klagers verzoek tot overplaatsing naar Intermetzo af te wijzen.

Naar het oordeel van de beroepscommissie is dat het geval. Het feit dat klager tijdens zijn eerder verblijf in Teylingereind in 2014 een groepsleider heeft geslagen, kan niet tot een ander oordeel leiden. Niet is gebleken dat toen sprake was van een incident met een zodanige impact dat klagers behandeling na terugkeer in Teylingereind daar onder lijdt en daarom een noodzaak tot overplaatsing bestaat. In dit verband is van belang dat Teylingereind ten tijde van de bestreden beslissing zelf geen enkele belemmering voor behandeling van klager heeft gezien en tot op heden ook niet ziet. Voorts is niet gebleken dat klager nadelige gevolgen zou hebben ondervonden van zijn plaatsing in Teylingereind. Klager heeft weliswaar aangevoerd dat hij het gevoel heeft dat het personeel anders naar hem kijkt, maar dat vindt geen steun in de stukken en de verklaringen die de selectiefunctionaris ter zitting heeft afgelegd. Uit die verklaringen komt immers naar voren dat het goed gaat met klager en geen incidenten hebben plaatsgevonden.  De door Teylingereind voorgestane behandeling van klager, waaronder het moment van het indienen van een verlofaanvraag valt, staat niet ter beoordeling van de beroepscommissie. Overigens was kort voor klagers overplaatsing vanuit De Hartelborgt op 11 mei 2017 ook slechts nog sprake van een verlofaanvraag en is het begrijpelijk dat Teylingereind vanwege haar verantwoordelijkheid voor verlofverlening de tijd neemt om te kunnen beoordelen of verlofverlening in klagers behandeling past en verantwoord kan worden geacht. In dat verband heeft de selectiefunctionaris van de plaatsvervangend behandelcoördinator en klagers mentor vernomen dat twijfels bestaan over klagers behandelmotivatie die met name op verlof is gericht en minder op verandering, en heeft klager ter zitting verklaard dat een verlofaanvraag inmiddels is ingediend.

Klager heeft niet onderbouwd dat zijn behandeling in Intermetzo meer kans van slagen zal hebben dan in Teylingereind waar met dezelfde behandelmethodiek Youturn wordt gewerkt. Naar het oordeel van Teylingereind zal klagers verlof- en resocialisatietraject door overplaatsing naar Intermetzo onnodig worden bemoeilijkt door de langere reistijd.   Aan de verklaring van klager dat hij en zijn moeder geen bezwaar hebben tegen een langere reistijd, kan geen zwaarderwegende betekenis worden toegekend, nu, zoals hierboven is overwogen, niet is gebleken dat er een noodzaak bestaat om af te wijken van het beleid van regionale plaatsing en klager in een inrichting buiten de omgeving van zijn woonplaats te plaatsen.  

Gelet op het voorgaande kan de beslissing van de selectiefunctionaris tot afwijzing van klagers verzoek tot overplaatsing naar Intermetzo, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet onredelijk of onbillijk worden genoemd.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

 

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, prof. dr. F. Boer en drs. H. Heddema, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris,

op 8 november 2017.

                                    

 

            secretaris         voorzitter

 

 

Naar boven