Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/2141/GB, 27 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:27-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/2141/GB

 

Betreft:            […]      datum: 27 november 2017

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 juli 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

 

2.         De feiten

Klager is sedert 1 juni 2016 gedetineerd. Ten tijde van de bestreden beslissing  verbleef hij in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel. Op 10 juli 2017 is hij overgeplaatst naar de p.i. Nieuwegein.

 

3.         De standpunten

3.1.      Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers verzoek tot plaatsing in een b.b.i. is afgewezen omdat hij geen aanvaardbaar verlofadres zou hebben en omdat sprake zou zijn van een meer dan beperkt maatschappelijk risico. Het eerste door klager opgegeven verlofadres dient wel als aanvaardbaar te worden beschouwd. Tijdens een eerdere plaatsing in een b.b.i. heeft klager meerdere regimaire verloven genoten aan dit adres, zonder incidenten. Onduidelijk is waarom dit adres, anders dan destijds, niet aanvaardbaar zou zijn. Klager zou volgens de selectiefunctionaris ambulant forensisch behandeld dienen te worden om de maatschappelijk risico’s te beperken, maar sinds december 2017 is het opstellen van een reclasseringsadvies en het opstarten van een behandeling steeds uitgesteld. Op 22 mei 2017 is klager aangemeld bij De Waag voor een intakegesprek. Gelet op het resocialisatiebeginsel en de einddatum van klagers detentie, 29 januari 2018, kan klager niet worden tegengeworpen dat kennelijk noodzakelijk geachte interventies nog niet hebben plaatsgevonden. Klagers gedrag in de inrichting is goed en hij verblijft in het plusprogramma. 

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. De reclassering heeft op 31 maart 2017 een re-integratieplan opgesteld. Hierin worden verschillende criminogene factoren en een zorgelijk delictpatroon geconstateerd. Klagers recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Het Openbaar Ministerie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van klagers plaatsing in een b.b.i., omdat klager is gedagvaard voor een strafzaak waarin, naast een straf voor die strafzaak, ook de herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling van 237 dagen en de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf van twee maanden wordt gevorderd. Het is dus nog onduidelijk of de door de raadsman genoemde datum ook daadwerkelijk de einddatum van klagers detentie zal zijn. De inrichting ondersteunt klagers verzoek niet, omdat klager niet beschikte over een aanvaardbaar verlofadres, de gewenste behandeling nog niet was aangevangen, de einddatum van klagers detentie niet vaststond en klager gedrag in de inrichting niet zodanig positief was dat hij geschikt werd geacht voor plaatsing in een b.b.i. Ten aanzien van klagers eerste verlofadres merkt de reclassering op dat de bewoner van het adres tijdens het gesprek met de reclassering een beschonken indruk maakte en dat het gewenste locatieverbod niet uitvoerbaar is op dit adres. Klagers tweede verlofadres is afgekeurd omdat de bewoner eerder aangifte heeft gedaan tegen klager wegens oplichting. Klagers derde verlofaders is afgekeurd omdat klager daar volgens de bewoner niet gedurende de nachtelijke uren kan verblijven. Klager is op 22 mei 2017 aangemeld bij De Waag, maar de gewenste behandeling is (d.d. 5 september 2017) nog niet aangevangen.

 

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in een beperkt beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden, beschikken over een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2.      Klagers verzoek is onder meer afgewezen omdat hij niet beschikt over een aanvaardbaar verlofadres. De beroepscommissie overweegt te dien aanzien als volgt. Uit het door de selectiefunctionaris overgelegde deeladvies elektronische controle van de reclassering blijkt dat het aan klager opgelegde locatieverbod niet uitvoerbaar is bij verblijf van klager op het eerste verlofadres. Uit een door de selectiefunctionaris overgelegd advies van de politie blijkt dat de bewoner van het tweede verlofadres aangifte heeft gedaan tegen klager wegens oplichting en dat de politie (mede) hierom negatief adviseert ten aanzien van dit adres. De selectiefunctionaris heeft ten aanzien van het derde verlofadres (onweersproken) aangegeven dat klager gedurende de nachtelijke uren niet welkom is bij de bewoner van dit adres.

4.3.      De beroepscommissie stelt op grond van het voorgaande vast dat klager niet over een aanvaardbaar verlofadres beschikt. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan reeds daarom niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij komt dat kennelijk sprake is van een meer dan beperkt maatschappelijk risico, gelet op de bevindingen van de reclassering en het feit dat een behandeling van klager nog niet is aangevangen. Het beroep zal dus ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke,

voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van P. de Vries, secretaris, op 27 november 2017.

 

 

 

 

 

 

            secretaris         voorzitter

Naar boven