Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/1017/SJB, 20 mei 2003, schorsing
Uitspraakdatum:20-05-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/1017/SJB
Betreft: [klager] datum: 20 mei 2003

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een op 15 mei 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomenverzoekschrift, tevens beroepschrift, ingediend door mr. M.E. van der Zouw, namens

[...], verder verzoekster te noemen, verblijvende in de rijksinrichting voor jongeren (r.i.j.) De Doggershoek te Den Helder (hierna: De Doggershoek).

Verzoekster vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 78, vierde lid, juncto artikel 71, eerste lid, van de Bjj, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris d.d. 9 mei 2003, gegeven op eenbezwaarschrift tegen plaatsing in het Jongerenhuis Harreveld, sector Alexandra te Almelo (hierna: Harreveld).

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het bezwaarschrift d.d. 28 maart 2003, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris d.d. 19 mei 2003.

1. De standpunten
Namens verzoekster is het verzoek als volgt schriftelijk toegelicht.
Verzoekster verblijft sinds 9 januari 2003 in De Doggershoek, thans in een crisisopvanggroep in afwachting van een plaats op de behandelafdeling. Bij beschikking d.d. 17 februari 2003 van de kinderrechter te Amsterdam is demachtiging tot uithuisplaatsing van verzoekster met zes maanden verlengd tot 17 augustus 2003. Blijkens die beschikking is de machtiging uitdrukkelijk verleend voor specifieke plaatsing in De Doggershoek. Na de zitting isuitdrukkelijk aan de orde geweest dat verzoekster akkoord ging met verlenging van de machtiging tot gesloten uithuisplaatsing indien zij in De Doggershoek mocht blijven voor behandeling. Zowel De Doggershoek als de gezinsvoogdes vanverzoekster staan achter behandeling in De Doggershoek. Argumenten daarvoor zijn:
- tijdens de planbespreking is door De Doggershoek toegezegd dat verzoekster daar mag blijven:
- verzoekster vindt het behandelklimaat van Harreveld, alsmede de wijze waarop zij een klacht van verzoekster heeft behandeld, onbevredigend;
- De Doggershoek kan verzoekster wel een behandelklimaat bieden die haar voldoende veiligheid biedt en haar leert omgaan met jongens;
- de mogelijkheden voor scholing zijn in De Doggershoek uitgebreider dan in Harreveld;
- er zou een nieuw persoonlijkheidsonderzoek moeten worden afgenomen voor een juiste behandelindicatie.
Door de bestreden plaatsingsbeslissing wordt het afgesproken behandelplan doorkruist. Plaatsing in Harreveld zal vermoedelijk al op 19 of 21 mei aanstaande gerealiseerd worden. De gezinsvoogdes van verzoekster heeft ernstigebezwaren tegen de plaatsing, gezien de reeds gemaakte afspraken over behandeling in De Doggershoek en maakt zich, evenals De Doggershoek, ernstige zorgen over de reactie van verzoekster op een dergelijke plotselinge overplaatsing.Temeer daar verzoekster slechte herinneringen heeft aan een vroeger verblijf binnen de sector Alexandra van Harreveld. Gezien deze zorgen wordt verzocht de plaatsingsbeslissing te schorsen totdat op het beroep tegen deongegrondverklaring van het bezwaarschrift is beslist.

Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt onder meer het volgende naar voren. Verzoekster is op 25 januari 2000 voor het eerst in een justitiële jeugdinrichting (De Lindenhorst te Zeist) opgenomen in het kader van eencrisisplaatsing. Een maand later is verzoekster voor nader onderzoek geplaatst op de Forensische Observatie en Begeleidings Afdeling van De Hartelborgt, waarna zij voor behandeling is geplaatst in Harreveld. Verzoekster is, nadatzij zich op 16 januari 2002 aan de behandeling had onttrokken, op 9 januari 2003 geplaatst in De Doggershoek in afwachting van plaatsing binnen een behandelsetting. Op 6 februari 2003 is zij door haar (toenmalige) gezinsvoogdeswederom aangemeld voor behandeling in een justitiële jeugdinrichting, waarbij werd aangegeven dat de problematiek van verzoekster, waarvoor zij destijds in Harreveld werd geplaatst, nog steeds actueel is. Deze gezinsvoogdes heeft op19 februari 2003 aan de selectiefunctionaris doorgegeven dat zij geen voorkeur meer had voor plaatsing van verzoekster in Harreveld, maar voor plaatsing in De Doggershoek, omdat verzoekster in De Doggershoek wilde blijven en DeDoggershoek eventueel mogelijkheden zag voor behandeling.
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift ongegrond verklaard omdat Harreveld de meest geschikte en gespecialiseerde behandelsetting is voor behandeling van de borderline-problematiek van verzoekster. Het verzoek om een nieuwpersoonlijkheidsonderzoek is afgewezen, omdat niet de selectiefunctionaris, maar de gezinsvoogd bevoegd is een nieuw persoonlijkheidsonderzoek aan te vragen.
Op 19 mei 2003 is besloten de tenuitvoerlegging van de plaatsing op te schorten in afwachting van de beslissing van de beroepscommissie op het beroep tegen de plaatsing in Harreveld.

2. De beoordeling
Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt naar voren dat de selectiefunctionaris op 19 mei 2003 heeft besloten de tenuitvoerlegging van de plaatsing op te schorten in afwachting van de beslissing van de beroepscommissieop het beroep van verzoekster tegen de beslissing haar in Harreveld te plaatsen.
Nu de beslissing tot plaatsing niet zal worden tenuitvoergelegd, heeft verzoekster geen belang meer bij schorsing. Het verzoek moet daarom worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. D.A. Flinterman , voorzitter, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris op 20 mei 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven