Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/3649/GB, 7 november 2017, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer:         17/3649/GB

Betreft:            [Klager]           datum: 7 november 2017

 

 

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[…], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 oktober 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

 

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich 2 november 2017 te melden in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

 

2.         De feiten

Klager is op 28 september 2017 opgeroepen zich op 2 november 2017 te melden in de locatie Zuyder Bos voor het ondergaan van in totaal 56 dagen principale hechtenis. Op 5 oktober 2017 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 30 oktober 2017 ongegrond is verklaard. Op 1 november 2017 is aan klager in het kader van de onderhavige beroepsprocedure een week uitstel van zijn melddatum verleend en is hij opgeroepen zich op 9 november 2017 te melden in de locatie Zuyder Bos voor het ondergaan van de hiervoor genoemde hechtenis.  

 

3.         De standpunten

3.1.      klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij heeft geen zaakwaarnemer voor de periode waarin hij zijn vrijheidsstaf dient te ondergaan en is voornemens schulden af te lossen. Daarnaast is sprake van gezinsproblematiek. Hij verzoekt uitstel van zijn meldplicht in verband met nog te sturen bewijsmateriaal.

3.2.      De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is per e-mail van 20 oktober 2017 verzocht bewijzen ter ondersteuning van zijn verzoek om uitstel te sturen. Hij heeft hier weliswaar op gereageerd, maar geen concrete bewijzen overgelegd. Op 26 oktober 2017 heeft de selectiefunctionaris klager te kennen gegeven dat zijn e-mails geen grond vormen voor het verlenen van uitstel en dat hij concrete bewijsstukken, zoals een arbeidsovereenkomst of inschrijving bij de Kamer van Koophandel, dient over te leggen. Voorts is medegedeeld dat hij dient te specificeren waaruit de gestelde gezinsproblematiek bestaat. Klager heeft echter tot op heden, hoewel hij hiertoe ruimschoots gelegenheid heeft gehad, geen concrete bewijsstukken overgelegd.

 

4.         De beoordeling

4.1.      De gevangenis van de locatie Zuyder Bos is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2.      Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3.      In bijlage 2 bij de Aanwijzing executie van het Openbaar Ministerie (OM) inzake het uitstelbeleid is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald: “Het verzoek (tot uitstel) dient uiterlijk zeven dagen na ontvangst van de oproepbrief schriftelijk, met redenen omkleed en met voldoende bewijsmateriaal onderbouwd ingediend te worden. Indien een verzoek niet aan deze criteria voldoet, wordt het verzoek afgewezen.”

4.4.      Klager heeft om uitstel van zijn meldplicht verzocht in verband met het treffen van voorzieningen voor zijn werk, gezinsproblematiek en schulden die hij wil afbetalen. Uit de vele door klager overgelegde e-mailcorrespondentie en overige stukken blijkt geenszins van problemen die in de werksituatie zullen ontstaan en eventueel tot ontslag kunnen leiden of gezinsproblematiek op grond waarvan uitstel is geboden. Bewijsmateriaal waaruit een en ander zou kunnen blijken is, hoewel klager daar meermaals om is verzocht, niet overgelegd. Daarbij komt dat klager niet heeft geconcretiseerd wat de duur van de door hem beoogde uitstelperiode is en dat hij naar het oordeel van de beroepscommissie voldoende gelegenheid heeft gehad om op zijn aankomende detentie te anticiperen, nu hij reeds sinds 6 maart en 11 april 2017 bekend is met de vonnissen waarbij de vrijheidsstraf is opgelegd. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, die conform de hiervoor genoemde bijlage bij de Aanwijzing executie van het OM is genomen, kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

 

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 7 november 2017.

 

 

 

 

 

 

 

 

secretaris         voorzitter

 

 

 

Naar boven