Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1748/TA en 17/1841/TA, 18 oktober 2017, beroep
Uitspraakdatum:18-10-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummers:         17/1748/TA en 17/1841/TA

 

betreft:       [klager]       datum: 18 oktober 2017

 

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften, ingediend door respectievelijk mr. M.W. Bouwman, namens

 

[…], verder te noemen klager,

en het hoofd van de Pompestichting, locatie Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 22 mei 2017 van de beklagcommissie bij de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 september 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M.W. Bouwman, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting    

[…], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

 

1.         De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld

Het beklag betreft:

17/1748/TA:

a.         afzondering ingaande op 28 maart 2017;

b.         separatie ingaande op 31 maart 2017;

c.         afzondering ingaande op 4 april 2017;

d.         separatie ingaande op 12 april 2017 en 17/1841/TA:

e.         de vermissing van (geld uit) een envelop.

(PN 2017/111, -118, -119a, -119c en -126)

 

De beklagcommissie heeft het beklag vermeld onder a. t/m d. ongegrond verklaard en het beklag vermeld onder e. gegrond verklaard en (nog) geen tegemoetkoming toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

 

2.         De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

a t/m d: Klager kwam uit een PPC. Daar was hij afdelingsreiniger en mocht hij zich vrij over de afdeling begeven. Hij moest na zijn overplaatsing erg wennen in de inrichting. De regels waren voor hem onduidelijk. Hij kreeg ze niet op papier. Hij heeft daarover met zijn raadsvrouw gebeld. De regels zijn voor hem nog steeds onduidelijk. Hij is veel gesepareerd en afgezonderd. Sinds vijf weken is hij intern overgeplaatst en gaat het goed. Het beklag gaat vooral over machtsmisbruik door personeel. Klager was in zijn optiek niet agressief. Hij had een gesprek met de psychiater en werd boos. Hij heeft toen een notitieblok op de grond gegooid en nare dingen gezegd. Dit was meer een uiting van frustratie. Het is van kwaad tot erger gegaan. Door de ordemaatregelen is het meer geëscaleerd dan dat de orde en de veiligheid door de maatregelen erbij gebaat waren. Er was onvoldoende noodzaak voor de oplegging van de maatregelen. Er is een a-dwangmedicatietraject overwogen maar klager wilde uiteindelijk zelf medicatie innemen. De ordemaatregelen hebben te lang geduurd. Het alternatief was om hem te plaatsen op een special care afdeling. Toen klager op de special care afdeling was geplaatst, heeft hij gezegd: “laat mij maar hier”, maar hij is toch vier dagen later weer teruggeplaatst naar zijn afdeling. Contactmomenten werden hem opgedrongen. Als hij zei dat ze hem met rust moesten laten dan zeiden ze dat hij agressief was. Hij is en was niet psychotisch. Een psychiater van een andere inrichting was het daar mee eens. Klager ziet het verschil tussen goed en kwaad. Momenteel is hem geen ordemaatregel opgelegd.

e: Op de vraag hoeveel geld er in de verdwenen envelop zat, heeft klager ter zitting geantwoord dat er genoeg in zat. Hij heeft de envelop na zijn vertrek uit Vught niet geopend of in handen gehad. De envelop zat in de fouillering. Er waren twee enveloppen. Een dikke envelop met veel geld erin en een dunne envelop. Klager heeft aangifte gedaan van de vermissing van het geld. Er zat rond de € 15.000,= in. Klager kan aantonen dat hij kapitaalkrachtig is. De envelop is langsgebracht door familie van derden. Een medewerker van de p.i. Vught heeft hem gezegd dat hij de dikke envelop met geld nog mee zou krijgen. De medewerker heeft een notitie gemaakt en in de envelop gedaan. Pas drie dagen later is de envelop in de inrichting geopend. Een medewerker, die zijn huis aan het verbouwen was, maakte een geintje. Hij zei waar klager bij was dat hij er een vloerverwarming van ging aanleggen. Medewerker M. heeft op de dag van aankomst gezegd dat er wel veel geld in de envelop zat. Hij zei dat het wel snor zat. Klagers paspoort en twee simkaarten zaten ook in de grote witte envelop. De raadsvrouw heeft aangegeven dat klager vrijwel direct na de vermissing van het geld met haar heeft gebeld. Het is hoogst onzorgvuldig dat de envelop verdwenen is. Het beklag is terecht gegrond verklaard.  Klager heeft tegen de financiële administratie gezegd dat het om minimaal € 8.000,= tot € 15.000,= ging. Het geld was bedoeld om zijn advocaatkosten te betalen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.

a t/m d: Er waren geen alternatieven aanwezig voor de opgelegde ordemaatregelen. Klager heeft een aantal keren op de special care unit verbleven, maar hij wilde dat niet. Dagelijks is er overleg gevoerd om te bezien of afgeschaald kon worden naar een minder ingrijpende maatregel. De betreffende ordemaatregelen waren noodzakelijk in verband met klagers paranoïde stoornis, agressie en achterdocht. Op meerdere momenten is alarm geslagen. Een a-dwangbehandeling is goedgekeurd en wordt toegepast. Daardoor gaat het nu beter met klager. Hij is veel rustiger. Dat klager anders op de situatie terugkijkt, is mogelijk, maar door de inrichting is zijn gedrag als heel zorgwekkend ervaren. Hij heeft bijvoorbeeld, tijdens een opgelegde maatregel, een tand afgebroken om zichzelf daarmee te beschadigen.

e: Eigendommen van verpleegden worden op een pallet vervoerd door DV&O. Soms worden er losse spullen ontvangen en die worden dan buiten aanwezigheid van de verpleegde door twee personeelsleden gecontroleerd. In dit geval kon niet achterhaald worden wat er in de zak heeft gezeten. Wel is bekend dat de financiële administratie op 3 maart 2017 € 10,15 naar klagers rekening heeft overgemaakt. Klager heeft eerder gezegd dat € 50,= was verdwenen en vervolgens dat € 300,= zoek was. Hij heeft niet eerder gezegd dat het om  € 15.000,= zou gaan. Vermoedelijk heeft dit met zijn toestandsbeeld te maken. Het is aan de verzendende inrichting om een paklijst op te maken. De zak, waarin de envelop zat, is weggegooid. Meestal staat er op de zak wat er in zit. Het is praktisch niet uitvoerbaar om de ontvangende inrichting verantwoordelijk te houden voor de verzending. Als alles geregistreerd dient te worden, dient er ontzettend veel werk verzet te worden. Als er een paklijst is van de verzendende inrichting dan wordt die gecontroleerd. Het is zeer onwaarschijnlijk dat er  € 15.000,= in de envelop zat. Enkel is bekend dat er één envelop was met daarin  € 10,15. Het bezit van contant geld is verboden in de inrichting. Om die reden werd het geld gestort op klagers rekening.

 

3.         De beoordeling

Hetgeen in beroep met betrekking tot a. tot en met d. is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep van klager zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft de beklagcommissie ten aanzien van e. omdat de registratie van de ontvangen eigendommen van klager onvolledig was terecht de vermissing van een envelop met inhoud toegerekend aan het hoofd van de inrichting en het beklag gegrond verklaard. Zij zal derhalve het beroep van het hoofd van de inrichting ongegrond verklaren.

Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie zelf een beslissing nemen over een eventuele aan klager toekomende tegemoetkoming.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager. Uitgangspunt is dat de tegemoetkoming bedoeld is voor  een door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In het onderhavige geval is de schade niet  vast te stellen. Klager heeft wisselende uitspraken gedaan over het aantal verdwenen enveloppen en de hoogte van een geldbedrag dat zich in een verdwenen envelop zou bevinden. Zo heeft hij aangegeven dat € 50,= zou zijn verdwenen maar heeft hij ook verklaard dat het om € 300,= zou gaan. Ter zitting van de beroepscommissie is door klager  weer anders verklaard namelijk dat het om

€ 15.000,= zou gaan. Aan  het eind van de behandeling ter zitting heeft zijn advocaat vervolgens nog verklaard dat er minimaal € 8.000,= in de envelop zou hebben gezeten. De wisselende verklaringen van klager maken dat op geen enkele wijze is vast te stellen hoeveel geld er in de betreffende envelop heeft gezeten. Dientengevolge zal de beroepscommissie geen schadevergoedingsaspecten betrekken bij de hoogte van de aan klager toe te kennen tegemoetkoming. Zij zal klager enkel een tegemoetkoming toekennen voor het ondervonden ongemak en die bepalen op € 25,=.

Ten overvloede beveelt de beroepscommissie de ontvangende inrichting aan om een secuur registratiesysteem te ontwikkelen en te hanteren om discussies als de onderhavige te voorkomen.

 

4.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep van klager en het beroep van het hoofd van de inrichting ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie met deels aanvulling van de gronden. Zij kent klager ter zake van e. een tegemoetkoming toe van € 25,=.

 

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. J.M.L. Niederer, leden, in tegenwoordigheid van

mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 oktober 2017.

 

                     

 

            secretaris                                           voorzitter                      

 

 

 

Naar boven