Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0075/GA, 12 mei 2003, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/75/GA

betreft: [klager] datum: 12 mei 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 3 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Midden Holland, locatie Alphen aan den Rijn, te Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak d.d. 2 december 2002 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gedaan op het beklag van [...], verder te noemen klager, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager alsmede zijn raadsman in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 10,= vastgesteld, per dag dat klager is uitgesloten van gemeenschappelijke activiteiten, te rekenen vanaf 27 september 2002, vanwege de gegrondverklaring van klagers beklagbetreffende een beslissing d.d. 27 september 2002, inhoudende de oplegging van een ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan gemeenschappelijke activiteiten, alsmede de verlengingsbeslissingen d.d. 10 oktober 2002, 24 oktober2002 en 8 november 2002, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft zijn beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te hoog omdat een tegemoetkoming van € 10,- per dag volgens de vaste rechtspraak van de beroepscommissie slechts geldt bij een onterecht verblijf in eenafzonderingscel. Indien er sprake zou zijn geweest van een ordemaatregel van afzondering in de eigen cel, zou een tegemoetkoming van € 5,- op zijn plaats zijn. Nu klager slechts uitgesloten is geweest van deelname aangemeenschappelijke activiteiten, acht de directeur een tegemoetkoming van ten hoogste € 2,50 per dag op zijn plaats.

Namens klager is daarop als volgt gereageerd. De directeur verwijst in zijn beroepschrift naar vaste rechtspraak van de beroepscommissie. Klager is evenwel van mening dat er in zijn geval sprake is van bijzondere omstandigheden, dieeen tegemoetkoming als door de beklagcommissie bepaald, rechtvaardigen. Klager kwam uit de extra beveiligde inrichting (EBI) te Vught. In die inrichting was contact met derden nagenoeg onmogelijk. Toen werd bepaald dat klager moestworden overgeplaatst naar een standaard huis van bewaring, werd klager daar in afzondering geplaatst. De toepassing van die ordemaatregel was gegrond op dezelfde gronden als eerder zijn EBI-plaatsing. Klager heeft door dieordemaatregel het grootste deel van zijn verblijf in de locatie Alphen aan den Rijn in zijn cel doorgebracht. Klager kon niet deelnemen aan de sport- en andere activiteiten. Na de eerste behandeling van het beklag door debeklagcommissie heeft klager iets meer vrijheden gekregen. Klager verbleef ongeveer 23 uur per etmaal in de eigen cel, had geen contacten met medegedetineerden en aan zijn bezoeken was een limiet gesteld.
Al deze omstandigheden rechtvaardigen daarom een tegemoetkoming van een hoogte als vastgesteld door de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het niet kunnen deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten.
Klager is, voor zover in het kader van dit beroep van belang, gedurende tenminste de periode van 27 september 2002 tot en met 22 november 2003 uitgesloten geweest van deelname aan alle gemeenschappelijke activiteiten. Dieordemaatregel komt materieel gezien vrijwel overeen met toepassing van de ordemaatregel van plaatsing in afzondering in de eigen cel. De beroepscommissie zal als maatstaf voor de tegemoetkoming per dag aanknopen bij hetgebruikelijke tarief van € 7,50 per dag bij plaatsing in afzondering in de eigen cel en dus niet – zoals de beklagcommissie kennelijk heeft gedaan – bij het tarief van € 10,- voor opsluiting in de strafcel. Het beroep zal gegrondworden verklaard en er zal een lagere tegemoetkoming worden vastgesteld voor tijd dat klager ten onrechte uitgesloten is geweest van deelname aan gemeenschappelijke activiteiten, te weten gedurende de periode van 27 september 2002tot en met 22 november 2002. Zij zal, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, bepalen dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 427,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 427,50.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter,
mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 12 mei 2003

secretaris voorzitter

Naar boven