Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0311/GA, 1 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:01-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/311/GA

betreft: [klager] datum: 1 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 5 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 januari 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Overmaze te Maastricht, waarbij klager geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de postbezorging, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij begrijpt dat de door de inrichting gemaakte fouten niet meer teruggedraaid kunnen worden. Zo zal hij zijn zoekgeraakte post niet meer terug kunnen krijgen. Dit geldt echter niet voordoor de inrichting – ten onrechte – naar een opleidingsinstituut teruggestuurde cursusbescheiden. Omdat de inrichting de bescheiden niet heeft teruggestuurd in de vorm waarin deze aan de inrichting waren aangeboden, krijgt klagerzijn cursusmateriaal niet opnieuw door het opleidingsinstituut toegezonden. Nu is klager zijn geld en cursusbescheiden kwijt. De directeur zou klager een nieuwe cursus kunnen aanbieden.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De beroepscommissie komt, gelet op het door klager geleden ongemak, tot het oordeel dat het niet toekennen van een tegemoetkoming in dit geval onjuist is. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zaleen tegemoetkoming vaststellen van € 10,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 1 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven