Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2530/GA, 13 maart 2003, beroep
Uitspraakdatum:13-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2530/GA

betreft: [klager] datum: 13 maart 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 19 november 2002 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zuid-Oost, locatie Maashegge te Overloon,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 februari 2003, gehouden in de p.i. Vught te Vught, is klager gehoord.
De directeur van de locatie Maashegge is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing van de directeur klager zaalarbeid te laten verrichten in plaats van werkzaamheden in de buitenploeg.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik was niet degene die de appelkroos in de kamer van een AZC bewoonster heeft gegooid. Ik heb ook niet gezien wie het wel heeft gedaan. De bewoonster heeft, toen we in de bus stapten, de twee daders aangewezen. De directeur heeftechter gezegd dat nu dat geen eigen waarneming van hem of van de bij de buitenploeg aanwezige personeelsleden was, hij niets met die verdachtmaking kan. Daarom heeft hij iedereen bestraft, althans vier van de zes die op dat momentin de buitenploeg werkzaam waren.
Het is voor mij extra zuur, omdat er een negatieve aantekening in mijn dossier komt en dit de overstap naar een open inrichting kan vertragen.

De locatiedirecteur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat van een gedetineerde die het privilege heeft verworven in de buitenploeg te mogen werken, zich te allen tijde aan de hem opgedragen werkzaamheden dient te houden en zich dient te onthouden vangedragingen die buiten deze werkzaamheden vallen en zeker van gedragingen waarmee de gedetineerde buitenstaanders tot last is.
In het voorliggende geval is er sprake van een gedraging waardoor een van de gedetineerden een bewoonster van het AZC tot last is geweest.
De beroepscommissie acht echter onvoldoende aanwijzingen aanwezig om klager mede voor deze gedraging verantwoordelijk te houden. Hiertoe wordt overwogen dat de beroepscommissie de verklaring van klager ter zitting, dat hij niet inde buurt van het incident werkzaam was en daardoor ook in het geheel niet heeft kunnen waarnemen wat de toedracht was, aannemelijk voorkomt. Daarbij komt dat de directeur blijkbaar geen nader onderzoek heeft gedaan naar de juistheidvan de aanwijzing van de daders door de betreffende bewoonster.
Dit alles klemt te meer nu de belangen van klager bij een ongestoorde voortzetting van zijn baantje in de buitenploeg voor zijn toekomstige overplaatsing naar een open inrichting wezenlijk zijn.
Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard.

Er zijn geen termen voor toekenning van een tegemoetkoming.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr.dr. U. van de Pol en drs. M.S.H. Ridder-Padt, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 13 maart 2003

secretaris voorzitter

Naar boven