Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0474/GB, 22 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:22-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 03/474/GB

Betreft: [klager] datum: 22 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 25 februari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1979], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 januari 2003 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Utrecht, locatie Nieuwegein te Nieuwegein, afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 november 2002 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Doetinchem te Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Utrecht, locatie Nieuwegein als volgt toegelicht. Het is niet juist dat klager bijna is afgestraft. Dit is pas half mei hetgeval. Klager heeft een duidelijke en goede reden voor zijn verzoek tot overplaatsing. Ten eerste is zijn vader longpatiënt. Hij heeft één long, gebruikt veel medicijnen en heeft geen eigen vervoer. Een ritje van vier uur kan hijniet aan met het openbaar vervoer, terwijl zijn vader hem graag wekelijks wil zien. Ten tweede is het voor zijn vriendin ook moeilijk want zij is op dit moment zwanger en klager en zijn vriendin hebben nog een zoontje van elfmaanden. Aangezien ook zij op het openbaar vervoer is aangewezen, is het vermoeiend voor haar. Omdat klagers bezoek uit Utrecht komt, is overplaatsing van klager naar het h.v.b. Nieuwegein het beste.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is ingesloten voor het parket Arnhem. Doetinchem ligt redelijk in de nabijheid van Arnhem. Bij een eventuele overplaatsing van klager in de richting van Utrecht of Nieuwegein gaat het vervoer van en naar de rechtbankonevenredig veel tijd kosten om over de financiële aspecten nog maar niet te spreken. Klager schrijft dat zijn vader ernstig ziek is en dat zijn vriendin in verband met haar zwangerschap moeite heeft met reizen zonder hiervoor opwelke wijze dan ook bewijzen te overleggen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte in afwachting van plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt.
Hetgeen klager omtrent zijn bezoek heeft aangevoerd is zeker bij gebrek aan schriftelijke medische onderbouwing onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven