Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 03/0664/GA, 25 april 2003, beroep
Uitspraakdatum:25-04-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 03/664/GA

betreft: [klager] datum: 25 april 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 19 maart 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 12 maart 2003 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie De Berg te Arnhem, voorzover deze de vaststelling betreft dat geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming vastgesteld, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het geopend ontvangen van post van zijn advocaat, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Voor het indienen van het beklag heeft klager de nodige kosten gemaakt, namelijk telefoonkosten en een postzegel. Met eenverontschuldiging of spijtbetuiging kan klager dan ook geen genoegen nemen.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Het ongemakis voor klager ontstaan door het openen van geprivilegieerde post door de inrichting.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richtenaan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
De tegemoetkoming voorziet niet in indirecte gevolgen, zoals telefoonkosten en een postzegel voor het versturen van het beklag. De beroepscommissie komt niettemin tot het oordeel dat het niet toekennen van een tegemoetkoming in ditgeval onjuist is. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen van € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 25 april 2003

secretaris voorzitter

Naar boven