Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2442/GA, 10 maart 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 02/2442/GA

betreft: [klager] datum: 10 maart 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen Haaglanden, locatie Zoetermeer,

gericht tegen een uitspraak d.d. 11 november 2002 van de beklagcommissie bij de voornoemde p.i. gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 februari 2003, gehouden in bovenvermelde p.i. zijn gehoord de unit-directeur dhr. [...] en klagers raadsman mr. P.H.W. Spoelstra.

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het zoek raken van een geldbedrag, te weten $ 125,=, 60,= Antilliaanse guldens en € 15,=.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en een tegemoetkoming van € 10,= toegekend.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het is duidelijk dat de beschikbare gegevens vragen oproepen. De gang van zaken in het detentiecentrum Roermond is niet goed te achterhalen. Ik heb mij voor nadere inlichtingen enkele malen gewend tot die inrichting. Tot op hedenheb ik geen antwoord ontvangen en ik vind dat nogal frustrerend. Overigens ben ik van oordeel dat het beklag tegen de directie Roermond is gericht. Daar zijn kennelijk fouten gemaakt. Een vrachtbrief ontbreekt. De koffier is inZoetermeer niet onmiddellijk in aanwezigheid van klager geopend en gecontroleerd.

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Ten aanzien van klager is niet zorgvuldig gehandeld. Klager had bij vertrek uit het detentiecentrum een geldbedrag en bij aankomstin de locatie Zoetermeer was dat geldbedrag er niet meer. Voor klager is niet te achterhalen wat er met dat geld gebeurd is. In de regeling afhandeling schadegevallen (383893/93 DJ) is opgenomen dat de schade die ontstaat tijdenshet transport van bewoners van inrichtingen dan wel van goederen vanaf het moment van aankomst van het transport onder de verantwoordelijkheid valt van het hoofd van dienst van de ontvangende inrichting. Dit impliceert dat indienhet voor het personeel/de directeur zelfs al niet te achterhalen valt, dit voor de gedetineerde, die over een beperkt budget beschikt en over een beperkt aantal minuten waarop hij kan bellen al helemaal niet is. Verzocht wordt omklager € 10,= tegemoetkoming toe te kennen alsmede tot het betalen van het verdwenen bedrag over te gaan.

3. De beoordeling
In dit kader is van belang de circulaire van 24 mei 2000 nr. 5028195/00/DJI „Schades persoonlijke eigendommen gedetineerden" die verwijst naar de circulaire van 13 augustus 1993 nr. 383893/93/DJ en naar de aanvullende brief van 20december 1996,
nr. 586080/96/DJI. Hierin wordt gesteld dat de verzendende inrichting in beginsel aansprakelijk is voor schade aan en het zoek raken van eigendommen van gedetineerden. Pas nadat de ontvangende inrichting voor ontvangst heeftgetekend, ligt deze aansprakelijkheid bij de ontvangende inrichting. Klagers koffer, die volgens klager het zoek geraakte geldbedrag bevatte, is zonder vrachtbrief verstuurd vanuit het detentiecentrum Roermond.
Juist bij het ontbreken van een vrachtbrief was er alle aanleiding tot grote zorgvuldigheid. In de locatie Zoetermeer is echter de koffer buiten aanwezigheid van klager geopend. Daarmee is de verantwoordelijkheid overgegaan naar dedirectie van de locatie Zoetermeer. Nu er op grond van de beschikbare stukken aanwijzingen zijn dat er zich geld in de koffer bevond en nadere inlichtingen door het detentiecentrum Roermond niet zijn verschaft, is het beklag terechtgegrond verklaard. De tegemoetkoming tot een bedrag van
€ 10,= is juist. De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding. Voor het verkrijgen van schadevergoeding staan andere wegen open. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoekom schadevergoeding richten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 maart 2003

secretaris voorzitter

Naar boven