Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2324/GA, 10 maart 2003, beroep
Uitspraakdatum:10-03-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2324/GA

betreft: [klager] datum: 10 maart 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 1 november 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.P.Visser, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 31 oktober 2002 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Haaglanden, locatie Zoetermeer te Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 10 februari 2002, gehouden in de p.i. Haaglanden, locatie Zoetermeer te Zoetermeer, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.P. Visser, en de unit-directeur dhr. [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het eenmaal niet verstrekken van medicatie op 26 september 2002.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is diabeet en het is noodzakelijk dat hij tijdig medicatie inneemt. De verstrekking van die medicatie kan nietworden overgeslagen.
De betreffende dag was er om 08.00 uur alarm en werden gedetineerden niet op de gewone tijd uitgesloten. Aan klager werd geen medicatie verstrekt. Klager is toen er alarm werd gegeven weer in bed gaan liggen en om circa 09.30 uurheeft hij het personeel om medicatie gevraagd. Klager heeft niet tegen het personeel gezegd dat hij wilde uitslapen. De klacht betreft geen medische klacht maar het handelen van het personeel dat aan de directeur kan wordentoegerekend.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt toegelicht. Het alarm was om 07.50 uur gegeven in verband met een strafcelplaatsing. Dit duurt nooit langer dan 15 minuten en indit geval zijn de deuren ook weer open gegaan om 08.05 uur. Toen de deuren opengingen zijn klager geen medicijnen aangeboden. Dit is misgegaan. Het ritme op de afdeling was verstoord door het alarm. Volgens het afdelingshoofd wildeklager uitslapen. Gedetineerden zijn zelf verantwoordelijk voor hun medicijngebruik. Klager had bij het uitsluiten om 08.05 uur kunnen vragen om zijn medicijnen maar hij heeft dit niet gedaan. Toen klager om 11.00 uur om demedicijnen vroeg, had de medische dienst de medicatie van 08.00 uur al ingenomen. Het uitzetten van de medicatie is de verantwoordelijkheid van de medische dienst.

3. De beoordeling
Voorop staat dat aan klager rond 08.00 uur medicijnen dienden te worden verstrekt en dat deze hem niet zijn aangeboden. Het personeel was daartoe rond circa 08.05 uur in de gelegenheid, zoals ook door de directeur ter zitting iserkend. Het beroep dient gegrond te worden verklaard. Weliswaar verschillen de versies van klager en de directeur voor wat betreft het tijdstip waarop klager later die ochtend verzocht zou hebben om medicatie en is het juist dat hetpersoneel, zodra klager om medicatie verzocht, direct contact heeft opgenomen met de medische dienst, maar dit alles doet niet af aan de omstandigheid dat nagelaten is klager tijdig medicatie te verstrekken. Daarbij is in aanmerkinggenomen dat het verstrekken van medicatie aan diabetespatiënten vraagt om een nauwkeurig inachtnemen van de geplande tijdstippen. De beroepscommissie zal terzake een tegemoetkoming van € 10,= vaststellen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=. Aldus gedaan door deberoepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.F.S. Fiselier en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 maart 2003

secretaris voorzitter

Naar boven