Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1078/GA, 4 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:04-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/1078/GA

betreft: [klager] datum: 4 juli 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zuyder Bos,

gericht tegen een uitspraak van 24 maart 2017 van de alleensprekende beklagrechter bij de voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, die in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juni 2017, gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J. de Pree, dhr. [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos, en dhr.
[...], hoofd beveiliging bij voormelde locatie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het visiteren door uitzendkrachten in plaats van vaste medewerkers.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het beklag betreft geen klacht zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw, nu de klacht is gericht tegen een algemene regel die voor iedere
gedetineerde geldt en niet specifiek tot klager is gericht. Klager dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De beklagrechter legt de eis van proportionaliteit zodanig uit dat het visiteren zoveel mogelijk door vast personeel gedaan zou moeten worden. De beklagrechter legt daarmee de eis van proportionaliteit veel te ruim uit en overschrijdt de bevoegdheden
van de directeur. Er is geen enkele regelgeving waaruit voortvloeit dat de visitatie alleen door vaste medewerkers uitgevoerd zou mogen worden. Het is vanzelfsprekend dat de visitatie op een voor de gedetineerde zo minst mogelijk belastende wijze wordt
uitgevoerd. Het enkele feit dat visiteren door ander personeel wordt gedaan, maakt het visiteren niet méér vernederend. Op het rooster staan wisselend vaste medewerkers en medewerkers van G4S. De directeur benadrukt dat het geen uitzendkrachten zijn.
Het G4S-personeel is voor onbepaalde tijd ingehuurd van de Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O) wegens ernstig personeelstekort bij de beveiliging. Het zijn ambtenaren van Justitie, gescreend door DV&O; voor hen geldt een zelfde soort
geheimhoudingsplicht. Ook dienen ze een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te overleggen. Deze groep kan tot het vaste personeel van de inrichting gerekend worden. Zij oefenen hun taken evenredig uit. De medewerkers van G4S zijn gekwalificeerd,
opgeleid en bevoegd de taken uit te voeren. Het enige verschil met vaste medewerkers is dat de medewerkers van G4S een ander uniform dragen. Het is nog niet gelukt om dit te veranderen. In de inrichting zijn tientallen posten te bemannen, waartoe het
personeelsbestand niet toereikend is. Er is derhalve geen andere keus dan personeel in te huren van DV&O. Voor verschillende posten is een grote mate van verantwoordelijkheid vereist. Het is niet handig op die posten kort ingewerkt personeel in te
zetten. Het personeel mengen is dan ook nodig. Roostertechnisch is het ook niet haalbaar het visiteren alleen door vaste medewerkers te laten plaatsvinden. Maatwerk is niet mogelijk, want iedere gedetineerde heeft een andere voorkeur. Bovendien is
roulatie belangrijk. In Zuyder Bos verblijven veel levenslang gestraften. Er is ook een groep medewerkers die al langere tijd in de inrichting werkt. Het brengt ook risico’s met zich mee als gedetineerden altijd dezelfde medewerkers zien. Daarbij komt
dat de ene gedetineerde een voorkeur heeft voor visitatie door een vaste medewerker, terwijl een andere gedetineerde juist een voorkeur heeft voor visitatie door iemand die hij minder vaak ziet.

Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Visiteren is op zichzelf al niet prettig, laat staan als dit tegenover een vreemd gezicht dient te gebeuren. Het is een aanslag op klagers
gevoel
zich uit te kleden voor een uitzendkracht, die de volgende dag bij wijze van spreken bij de Hema of bij een concert staat. Klager wordt liever gevisiteerd door iemand met wie hij een vertrouwensband heeft. Daarbij komt dat de uitzendkrachten niet
worden
beëdigd. Zij hebben derhalve geen zwijgplicht en dienen ook geen VOG te overleggen. Het uitoefenen van dergelijke ingrijpende bevoegdheden als visitatie zou aan vaste medewerkers overgelaten moeten worden. De uitzendkrachten kunnen dan op andere posten
ingezet worden. Het is niet zozeer dat de manier van visiteren anders is. Het gaat om het gevoel van klager en om het ontbreken van de zwijgplicht. Het is derhalve niet enkel een juridische kwestie; er zijn eveneens ethische en praktische aspecten.
Klager vindt het niet prettig gevisiteerd te worden door het G4S-personeel. Dit staat los van het gevoel en de ervaring van andere gedetineerden. De groep medewerkers van G4S bestaat uit ongeveer 14 personen. Daarnaast is sprake van een relatief grote
groep vaste medewerkers. Als zoveel personeel beschikbaar is, dat bovendien bevoegd is dezelfde taken uit te oefenen, zou het toch mogelijk moeten zijn het visiteren alleen door vaste medewerkers te laten plaatsvinden. Als het roostertechnisch niet
mogelijk is een uitzondering te maken, dient dit met een voorbeeld uitgelegd te worden. Vooralsnog is dit onvoldoende onderbouwd. De directeur heeft aangevoerd dat er geen regelgeving is waaruit voortvloeit dat visitatie alleen door vaste medewerkers
uitgevoerd zou mogen worden. Dit is makkelijk geredeneerd. Er is eveneens geen regelgeving waaruit voortvloeit dat visitatie door zowel vaste medewerkers als door uitzendkrachten mag worden uitgevoerd. De Pbw ziet enkel op het personeel dat te werk is
gesteld in een penitentiaire inrichting. Verder heeft de directeur aangevoerd dat visitatie door ander personeel dan vaste inrichtingsmedewerkers het visiteren niet méér vernederend maakt. De directeur dient zelf geen visitatie te ondergaan. Klager
wel,
en hij ervaart dit kennelijk anders. Klager vraagt niet om maatwerk, maar slechts om visitatie door vaste inrichtingsmedewerkers.

3. De beoordeling
Met de beklagrechter is de beroepscommissie van oordeel dat klager zich beklaagt over de uitoefening van de visitatie, waartegen beklag openstaat, en dat klager derhalve ontvankelijk is in zijn beklag.

Wegens personeelstekort bij de beveiliging huurt de locatie Zuyder Bos personeel van DV&O in. Dit personeel wordt ingezet voor verschillende taken, waaronder het visiteren van gedetineerden. Uit het door de directeur in beroep bijgevoegde document
blijkt dat het om medewerkers met een basisberoepsdiploma Detentietoezichthouder gaat. In deze opleiding wordt onder meer aan beveiligingstaken aandacht besteed. Het betreft derhalve professionals die juist in deze setting, het gevangeniswezen, ingezet
kunnen worden. De directeur heeft aangevoerd dat deze medewerkers tot het vaste personeel van de inrichting gerekend kunnen worden. Net als de vaste inrichtingsmedewerkers worden zij gescreend (in dit geval door DV&O) en geldt een geheimhoudingsplicht.
Ze hebben dezelfde bevoegdheden als de vaste inrichtingsmedewerkers en voeren dan ook dezelfde taken uit. Daarbij worden ze voor langere tijd ingehuurd. De beslissing van de directeur deze medewerkers, evenals het vaste inrichtingspersoneel, in te
zetten voor de visitatie kan daarom niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het is voorstelbaar dat klager liever gevisiteerd wordt door medewerkers die hij kent en waarmee hij een band heeft, maar logischerwijs kan niet met ieders voorkeur
rekening worden gehouden. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, ing. M.J. Mulders en drs. P.J.M. van Puffelen, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 4 juli 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven