Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1187/GB, 21 juli 2017, beroep
Uitspraakdatum:21-07-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 17/1187/GB

Betreft: [Klager] datum: 21 juni 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 7 april 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 8 april 2016 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Op 22 december 2016 is hij overgeplaatst naar de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de
penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht. Bij beslissing van 4 april 2017 is hij vanuit de z.b.b.i. van de p.i. Dordrecht in de gevangenis van de p.i. Dordrecht geplaatst, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt. Bij beslissing van 7 april 2017
is klagers verzoek tot deelname aan een p.p. afgewezen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Hij heeft bij zijn mentor aangegeven dat hij zich soms depressief voelt en dat een jointje hem helpt rustig te worden. Een andere uitweg ziet hij niet. Daarnaast heeft hij medische klachten als gevolg van stress, waaronder een cyste in zijn handen. Het
gebruik van softdrugs doet de pijn die dit veroorzaakt, verdwijnen. Voorts had klager in de z.b.b.i. waar hij verbleef, betaald werk waar hij na zijn detentie zou mogen blijven werken. Hij heeft nimmer agressief gedrag vertoond.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft, blijkens de selectieadviezen van de directeur van de z.b.b.i. van de p.i. Dordrecht, verscheidene malen softdrugs gebruikt. In februari 2017 heeft hij een officiële waarschuwing gehad. In maart 2017 heeft klager opnieuw positief gescoord
op het gebruik van softdrugs. Als gevolg daarvan is hij gedegradeerd en voorgesteld voor terugplaatsing in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap. Bij beslissing van 4 april 2017 is klager in de gevangenis van de p.i. Dordrecht
geplaatst.
Ingevolge artikel 7, derde lid onder b, van de Penitentiaire maatregel (Pm) betrekt de selectiefunctionaris bij de beslissing tot het al dan niet deelnemen aan een p.p. het huidige detentieverloop, waaronder zijn begrepen het gedrag en de
gemotiveerdheid van de gedetineerde en het nakomen van afspraken. Klager heeft gedurende zijn verblijf in de z.b.b.i. van de p.i. Dordrecht herhaaldelijk softdrugs gebruikt en is derhalve gemaakte afspraken niet nagekomen, zodat hij niet geschikt is
voor deelname aan een p.p. Voorts bestaat geen vertrouwen in een goed verloop van het p.p., daar het vermoeden bestaat dat het p.p. tot gebruik van drugs zal leiden.

3.3. Ten aanzien van klagers verzoek tot deelname aan een p.p. zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het Multidisciplinair Overleg heeft negatief geadviseerd vanwege klagers herhaaldelijk gebruik van softdrugs en het feit dat gesprekken en een officiële waarschuwing niet tot abstinentie hebben geleid. Voorts heeft klager recent positief gescoord op
het
gebruik van softdrugs met een THC-waarde boven de duizend.
De vrijhedencommissie van de p.i. Dordrecht heeft op voornoemde gronden eveneens negatief geadviseerd over klagers verzoek tot deelname aan een p.p.
De directeur van de p.i. Dordrecht adviseert negatief over het verzoek, omdat klager na een officiële waarschuwing in februari 2017 vanwege het gebruik van softdrugs en na gemaakte afspraken tot het onthouden hiervan, klager in maart 2017 wederom
positief heeft gescoord op het gebruik van softdrugs. Als gevolg hiervan is klager gedegradeerd en vanuit de z.b.b.i. in de gevangenis van de p.i. Dordrecht geplaatst.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Pm zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Uit de selectieadviezen van de directeur van de p.i. Dordrecht komt naar voren dat klager op 8 februari 2017 positief heeft gescoord op het gebruik van THC. Hiervoor is hem een rapport aangezegd en heeft hij een officiële waarschuwing gehad. Op
2 april 2017 heeft klager wederom positief gescoord op het gebruik van THC. Als gevolg hiervan is klager gedegradeerd en teruggeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Dordrecht. Tegen de beslissing van 4 april 2017, waarbij klager voor de gevangenis
van
de p.i. Dordrecht is geselecteerd, heeft klager geen bezwaar ingediend.

4.3. Ingevolge artikel 7, eerste lid, van de Pm doet de directeur, indien hij het verantwoord acht dat een gedetineerde in aanmerking komt voor deelname aan een p.p., een daartoe strekkende voordracht aan de selectiefunctionaris. Daarnaast betrekt
de
selectiefunctionaris bij de beslissing een gedetineerde al dan niet in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan een p.p. de aspecten genoemd in artikel 7, derde lid, van de Pm. De directeur van de p.i. Dordrecht heeft, vanwege klagers herhaaldelijk
gebruik van softdrugs gedurende zijn verblijf in de z.b.b.i. van de p.i. Dordrecht, negatief over klagers verzoek tot deelname aan een p.p. geadviseerd. De selectiefunctionaris heeft, gelet op het advies van de directeur en klagers detentieverloop,
waaronder het feit dat hij afspraken niet is nagekomen, klagers verzoek tot deelname aan een p.p. op goede gronden kunnen afwijzen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van
alle
in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van Y.L.F. Schuren, secretaris, op 21 juni 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven