Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2715/SGA, 9 januari 2003, beroep
Uitspraakdatum:09-01-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/2715/SGA

Betreft: [klager] datum: 9 januari 2003

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 3 januari 2003 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift - tevensklaagschrift - , ingediend namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Overijssel, locatie Zwolle te Zwolle.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing d.d. 27 december 2002 van de directeur van voormelde locatie, inhoudende oplegging van eendisciplinaire straf, te weten een geldboete van € 15, wegens het gooien van een stoel tegen een deur van de werkzaal, waardoor deze deur beschadigd raakte.

Het klaagschrift is op 3 januari 2003 door het secretariaat van de Raad ter behandeling gezonden aan de secretaris van de commissie van toezicht bij voornoemde locatie.

De directeur van de locatie heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, niet gereageerd op het verzoekschrift.

De mededeling d.d. 27 december 2002 van de in het klaagschrift bestreden beslissing is namens klager als bijlage bij het verzoekschrift aan het secretariaat van de Raad toegezonden.

1. Het standpunt van verzoeker
Namens verzoeker is het verzoek schriftelijk toegelicht. Verzoeker zou volgens de directeur door het gooien van de stoel tegen de deur van de werkzaal het raam van die deur hebben ontwricht. Dit is onjuist. Verzoeker gooide zijnstoel op de grond. Het raam zit iets los en dat was al zo. Er is niets tegen het raam gegooid. De geldboete is daarom ten onrechte opgelegd. Verzoeker wil die geldboete niet betalen.

2. De beoordeling
Aan de voorzitter is gebleken dat de beslissing tot oplegging van de disciplinaire straf niet kan worden tenuitvoergelegd. Verzoeker geeft aan dat hij de geldboete niet wenst te betalen. Blijkens de mededeling van oplegging van debestreden beslissing heeft de directeur geen subsidiaire disciplinaire straf opgelegd. Verrekening van de geldboete met het eventuele tegoed van klager op zijn rekening-courant bij de inrichting is zonder verzoekers instemming niettoegestaan, want is -ingevolge jurisprudentie van de beroepscommissie d.d. 29 september 1999 (A99/549)- in strijd met de regelgeving. Verzoeker heeft gelet op het vorenstaande geen belang bij verdere behandeling van het verzoek enhet verzoek moet daarom worden afgewezen.

3.
De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Swart-Babbé, secretaris, op 9 januari 2003.

secretaris voorzitter

Naar boven