Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0544/GA, 9 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 17/0544/GA

betreft: [klager] datum: 9 juni 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

gericht tegen een uitspraak van 13 februari 2017 van de beklagcommissie bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 mei 2017, gehouden in de p.i. Vught, is gehoord dhr. [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voornoemde inrichting.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het openen van geprivilegieerde post buiten de aanwezigheid van klager.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en heeft daarbij een tegemoetkoming van € 10,= toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft geen fysiek bewijs overgelegd hetgeen zijn beklag zou kunnen staven. De directeur beschikt niet over het betreffende document.
De beklagcommissie is er vanuit gegaan dat het een brief van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) betrof, terwijl klager in zijn klaagschrift en ter zitting heeft aangegeven dat het ging om een brief van het
Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Uit de jurisprudentie van de beroepscommissie volgt dat het NIFP niet kan worden beschouwd als een geprivilegieerde instantie (RSJ 19 december 2011, 11/0712/TA en 11/1002/TA). Tevens is uitgelegd wat er dient te
worden verstaan onder een justitiële autoriteit. Gelet op de uitleg van de beroepscommissie ten aanzien van artikel 36, tweede lid, en 37, eerste lid, sub b, van de Pbw, wordt verzocht de uitspraak van de beklagcommissie te vernietigen en het beklag
alsnog ongegrond te verklaren.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klager heeft gesteld dat een geprivilegieerd poststuk buiten zijn aanwezigheid is geopend door het personeel. De beroepscommissie merkt daarbij op dat klager in zijn klaagschrift heeft aangegeven dat het een brief van het NFI betrof en dat hij ter
zitting van de beklagcommissie heeft aangegeven dat het ging om een brief van het NIFP, waarvan de beklagcommissie ook bij de beoordeling is uitgegaan. Klager heeft zijn stelling echter niet nader onderbouwd. Zo heeft hij de betreffende brief niet
overgelegd. Bovenstaande acht de beroepscommissie onvoldoende om te kunnen beoordelen of er sprake is van een geprivilegieerd poststuk als bedoeld in artikel 36, tweede lid, juncto 37, eerste en tweede lid, van de Pbw. De beroepscommissie zal het
beroep
van de directeur gegrond verklaren. Zij zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

Ten overvloede wenst de beroepscommissie op te merken dat, zoals eerder is overwogen in een uitspraak van 19 december 2011 (RSJ 19 december 2011, 11/0712/TA en 11/1002/TA), het NIFP niet kan worden beschouwd als een geprivilegieerde instantie dan wel
een justitiële autoriteit.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.W. Wabeke, voorzitter, mr. U.P. Burke en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 9 juni 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven