Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0460/GA, 16 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/460/GA

betreft: [klager] datum: 16 juni 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 2 februari 2017 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie De Schie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. B.J. Visser om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de onduidelijkheid omtrent de einddatum van klagers detentie en de gevolgen daarvan voor verlof, fasering en plaatsing in een tbs-kliniek (S-2016-000627).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – kort weergegeven – toegelicht. Klager is tweemaal veroordeeld tot een gevangenisstraf. Bij de gevangenisstraf van drie jaar heeft klager recht op
vrijheden zoals verlof of fasering, bij de gevangenisstraf van zes jaar met tbs niet. Klager is verteld door het personeel van de afdeling bevolking dat hij de straf van drie jaar niet hoeft uit te zitten, omdat deze zaak nog loopt bij het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens. De casemanager vertelt leugens. Voorts vraagt klager zich af waarom hij nog niet aangemeld is bij een tbs-kliniek, als de einddatum van zijn detentie 28 maart 2017 is. Klager wil op die datum overgeplaatst worden naar een
tbs-kliniek. Het is van belang dat de tbs-maatregel tijdig wordt opgestart en het kan klager niet tegengeworpen worden dat hij nog niet is overgeplaatst. Klager verkeert lange tijd in onzekerheid en ondervindt hierdoor lichamelijk en geestelijk
ongemak.
Voorts is klagers privacy geschonden door het bijvoegen van stukken met informatie over en namen van slachtoffers. Verzocht wordt om een tegemoetkoming.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie.

3. De beoordeling
De beroepscommissie constateert dat in het klaagschrift geklaagd wordt over de onduidelijkheden omtrent de einddatum van klagers detentie. Deze klacht is in het beroepschrift uitgebreid met de omstandigheid dat klagers privacy geschonden zou zijn door
het overleggen van stukken met informatie over en namen van slachtoffers. Dit laatste valt buiten de omvang van het oorspronkelijke beklag en klager kan in zoverre dan ook niet worden ontvangen in het beroep. Hetgeen voor het overige in beroep is
aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover het de uitbreiding van het oorspronkelijke beklag betreft.
Zij verklaart het beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. A. van Holten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van S.C. Vogel, secretaris, op 16 juni 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven