Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1079/JA, 26 mei 2017, beroep
Uitspraakdatum:26-05-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/1079/JA

betreft: [klager] datum: 26 mei 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Teylingereind te Sassenheim,

gericht tegen een uitspraak van 27 februari 2017 van de beklagcommissie bij voormelde j.j.i., gegeven op een klacht van [...], geboren op [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 mei 2017, gehouden in de rechtbank te Utrecht, zijn gehoord de directeur [...], de juridisch medewerker [...] en klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.A. van de Weerd.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beperking van klagers recht op het verblijf en beweging in de buitenlucht gedurende de oplegging van een disciplinaire straf die vijf dagen heeft geduurd en is ingegaan op 5 september 2016 (TE 2017/007).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming van € 10,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De beoordeling
Uit de nadere gronden van het beroep die zijn ingediend op 10 mei 2017 en de toelichting ter zitting door en namens de directeur en klager is gebleken dat het beklag dat is ingediend op 23 december 2016 betrekking heeft op de periode van 5 september
2016 tot en met 9 september 2016.
Gelet op het bepaalde in artikel 66, zevende lid, van de Bjj heeft klager het beklag te laat ingediend. Door klager zijn geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit zou kunnen volgen dat het niet tijdig indienen klager redelijkerwijs niet is toe
te
rekenen. De beroepscommissie zal derhalve het beroep van de directeur gegrond verklaren en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in het beklag.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie dat uit artikel 27.1 van de European Prison Rules volgt dat iedere gedetineerde de mogelijkheid zal worden geboden tot tenminste een uur lichaamsbeweging per dag in de buitenlucht. Deze aanbeveling, die kan
worden aangemerkt als ‘soft law’, is tevens terug te vinden in artikel 48 van de zogeheten CPT Standards.

Klager, die tijdens de oplegging van een disciplinaire straf niet is toegestaan om zonder begeleiding te lopen over de luchtplaats, heeft gesteld en dit is bevestigd door de directeur dat door het personeel is geweigerd om met hem mee te lopen over de
luchtplaats. Klager is hierdoor gedurende vijf dagen niet de mogelijkheid tot lichaamsbeweging in de buitenlucht geboden, hetgeen door hem als een extra sanctie is ervaren.

De beroepscommissie acht het bovenstaande onwenselijk en doet de aanbeveling om jeugdigen ook tijdens het ondergaan van disciplinaire straffen en ordemaatregelen daadwerkelijk de mogelijkheid te bieden om minimaal een uur per dag te kunnen bewegen in
de
buitenlucht.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van de directeur gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M. Iedema, voorzitter, drs. H. Heddema en prof. dr. F. Boer, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 26 mei 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven