Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/2093/JA, 24 februari 2003, beroep
Uitspraakdatum:24-02-2003

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/2093/JA

betreft: [klager] datum: 24 februari 2003

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een op 3 oktober 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) Forensisch Centrum Teylingereind te Sassenheim,

gericht tegen een uitspraak d.d. 23 september 2002 van de beklagcommissie bij voormelde j.j.i., gegeven op een klacht van [...] en [...], geboren op respectievelijk [1985] en [1984], verder te noemen klagers,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 januari 2003, gehouden in voornoemde j.j.i., is namens de directeur van die j.j.i. gehoord de heer drs. [...], plaatsvervangend algemeen directeur.
Klagers zijn niet ter zitting verschenen. [...] is op behoorlijke wijze opgeroepen, maar bevond zich inmiddels in vrijheid. [...] kon niet op behoorlijke wijze worden opgeroepen, aangezien hij intussen het land was uitgezet.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klagers een zak chips hebben aangeboden gekregen door de groepsleiding, waarvan de houdbaarheidsdatum was verstreken.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klagers
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op 2 september 2002 hebben klagers een zak chips gekregen bij gelegenheid van het vertrek van een groepsgenoot. Toen ze deze zak al bijna op hadden kregen ze de ‘tenminste houdbaar tot’- datum van 24 augustus 2002 onder ogen.
Afgezien van het feit dat de chips tenminste, en niet ten hoogste houdbaar waren tot voornoemde datum, ben ik van mening dat het beklagrecht voor kwesties als deze niet is bedoeld. Het is eigenlijk te gek dat deze zaak nu ook inberoep nog aan de orde komt. Ik ben van mening dat medewerkers in principe op de houdbaarheidsdatum van het eten dat ze aan de jongeren verstrekken moeten letten, maar je kunt nu eenmaal niet verwachten dat ze dat ook bij allesnacks en tussendoortjes doen. Bovendien waren deze chips een traktatie van de groepsleiding. Het is dus niet zo dat de jongens in hun minimale (voeding) rechten zijn geschonden. Je wordt echt niet ziek van chips waarvan dehoudbaarheidsdatum is verstreken; ze zijn hooguit iets minder knapperig. Helaas is de klacht op zitting behandeld voordat de betreffende groepsleiders de kwestie in der minne hadden kunnen schikken. Ik ben het niet eens met deuitspraak van de beklagcommissie. Het beklag betreft namelijk geen beslissing van de directeur als bedoeld in artikel 65, eerste lid, Bjj, zodat klagers niet-ontvankelijk hadden moeten worden verklaard in hun beklag.

Klagers hebben hun standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Artikel 65, eerste lid, Bjj, bepaalt dat een jeugdige bij de beklagcommissie beklag kan doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.
De Memorie van Toelichting bij dit artikel vermeldt - voorzover hier van belang - :
„Aan het beklagrecht in de jeugdsector was door de Tweede Kamer bij wijze van amendement toegevoegd: ‘Een beslissing van een lid van het personeel wordt geacht te zijn genomen vanwege de directeur, tenzij anders blijkt’. De TweedeKamer wilde hiermee duidelijk maken dat een beslissing van een lid van het personeel wordt geacht te zijn genomen vanwege de directeur, zodat een jeugdige tegen zelfstandige beslissingen van het personeel beklag kan indienen. (...).Onder ‘beslissing van de directeur’ dient dus te worden verstaan een beslissing genomen door de directeur dan wel door een personeelslid of medewerker“.
Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de beslissing van de groepsleiding om klagers een zak chips te verstrekken in het onderhavige geval worden aangemerkt als een beslissing door of vanwege de directeur als hiervoor bedoeld,zodat klagers naar het oordeel van de beroepscommissie kunnen worden ontvangen in hun beklag.

Artikel 49, eerste lid, Bjj bepaalt dat de directeur zorgdraagt voor de verstrekking van voeding, noodzakelijke kleding en schoeisel aan de jeugdige, dan wel voor de ter beschikkingstelling van voldoende geldmiddelen aan de jeugdigeom hierin naar behoren te voorzien. Deze zorgplicht van de directeur is – voorzover het de verstrekking van voeding betreft - verder uitgewerkt in artikel 20 van de huisregels van Forensisch Centrum Teylingereind. In dat artikel isbepaald dat jeugdigen om 08.00 uur (ontbijt), tussen 11.30 uur en 13.00 uur (middagmaaltijd) en tussen 16.00 uur en 21.00 uur (avondmaaltijd) een maaltijd opgediend krijgen.
Naar het oordeel van de beroepscommissie wordt met het bepaalde in artikel 20 van de huisregels van Forensisch Centrum Teylingereind derhalve tegemoetgekomen aan de zorgplicht van de directeur als bedoeld in artikel 49, eerste lid,Bjj, voor zover deze de verstrekking van voeding betreft.
De aan klagers verstrekte zak chips betrof een traktatie van de groepsleiding bij gelegenheid van een vertrek van één van de jeugdigen. Het niet verstrekken van deze (extra) zak chips had niet kunnen leiden tot een schending van dezorgplicht als bedoeld in artikel 49, eerste lid, Bjj: de minimaal in het kader van de zorgplicht vereiste voedselverstrekking was tenslotte niet in het geding. Om die reden kan het feit dat de zak chips pas werd verstrekt toen dehoudbaarheidsdatum daarvan was verstreken evenmin worden aangemerkt als een schending van die zorgplicht.
De beroepscommissie zal het beroep derhalve gegrond verklaren, de beslissing van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.
Daarbij merkt de beroepscommissie ten overvloede op dat de groepsleiding escalatie in deze had kunnen voorkomen door anders te reageren en de groep (alsnog) een (andere) zak chips te verstrekken waarvan de houdbaarheidsdatum (nog)niet was verstreken of door anderszins voortvarend te werk te gaan. Het geniet tenslotte de voorkeur dat de houdbaarheidsdatum van voeding die door of vanwege de directeur wordt verstrekt, ook als deze niet valt onder de minimaalvereiste maaltijdverstrekking als hierboven bedoeld, niet is verstreken.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, voorzitter, prof. dr. R.A.R. Bullens en mr. F.G.A. ten Siethoff, leden, bijgestaan door mr. D.R. Kruithof, secretaris, op 24 februari2003

secretaris voorzitter

Naar boven