Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0859/TA, 2 juni 2017, beroep
Uitspraakdatum:02-06-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Huisregels  v

Uitspraak

nummer: 17/859/TA

betreft: [klager] datum: 2 juni 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC De Roose Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 8 maart 2017 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2017 gehouden in het Justitieel Complex Zaanstad, is namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], jurist, gehoord.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet adequaat optreden tegen verstoring van klagers nachtrust door geluidsoverlast in de nacht van 12 op 13 november 2016 (RV 2016-000448).

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting heeft wel voldoende adequaat op geluidsoverlast van patiënten gereageerd, waardoor het door klager gewenste
afsluiten van de stroomtoevoer naar kamers van patiënten niet nodig is geweest. Langere tijd is sprake geweest van geluidsoverlast van muziek als gevolg van met name trillingen van de bas. Met patiënten van de boven klagers afdeling Sfinx 1 liggende
afdeling Chepri 1 en het personeel is dit besproken en gezocht naar oplossingen in de vorm van de opstelling van de geluidsapparatuur, het gebruik van trilling dempende materialen en het gebruik van koptelefoons. Er was ook overlast vanwege het door
enkele medepatiënten hoog afgestelde geluidsvolume. Patiënten zijn daar op aangesproken en dit is ook in huiskamerbesprekingen aan de orde geweest. Dit bood voldoende soelaas.
De beklagcommissie stelt als onweersproken vast dat pas na anderhalf uur is gereageerd op klagers beloproep in de nacht van 12 op 13 november 2016, maar zó heeft klager dat niet verklaard. Klager heeft in de beklagprocedure slechts in algemene zin
aangevoerd dat het te lang, vaak een uur tot anderhalf uur, duurt voordat op een beloproep wordt gereageerd. Daarom heeft de inrichting bij de beklagcommissie ook alleen in algemene zin daarop gereageerd met de verklaring dat het ’s nachts langer duurt
omdat de nachtdienst niet constant op de afdeling aanwezig is, tenzij sprake is van een calamiteit.
Het is ook niet aannemelijk dat pas na een uur tot anderhalf uur op klagers beloproep in de nacht van 12 op 13 november 2016 zou zijn gereageerd. De manager behandelafdeling heeft navraag gedaan bij de toen dienstdoende nachtdienst over de gang van
zaken die nacht. Normaal gesproken zou binnen 10 tot 20 minuten op een beloproep moeten worden gereageerd als geen sprake is van een calamiteit. Er heeft zich die nacht geen calamiteit voorgedaan. In de bewuste nacht is de nachtdienst vanwege klagers
beloproep eerst naar klagers afdeling gegaan en daarna naar de afdeling Chepri 1, waardoor het mogelijk 15 tot 25 minuten heeft geduurd voordat de overlast ophield. Het kan zijn dat dit in klagers beleving langer heeft geduurd. Die nacht veroorzaakten
verscheidene patiënten geluidsoverlast, maar niet kon worden uitgevonden welke patiënten dat waren. De muziek stopte namelijk op het moment dat de nachtdienst op de afdeling Chepri 1 arriveerde en de sleutel in het slot draaide. Daarom kon de
stroomtoevoer toen ook niet afgesloten worden. Dat zou ook disproportioneel zijn geweest.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Klagers klacht houdt in de kern concreet in dat in het algemeen, en ook in de nacht van 12 op 13 november 2016, niet afdoende is opgetreden tegen geluidsoverlast door muziek van medepatiënten van de boven klagers afdeling gelegen afdeling Chepri 1.
Gelet op de stukken en het behandelde ter zitting stelt de beroepscommissie vast dat ten tijde van klagers klacht al langere tijd, en ook in de nacht van 12 op 13 november 2016, volgens de verklaring van zowel klager als de inrichting sprake was van
geluidsoverlast door muziek van patiënten van afdeling Chepri 1. De inrichting heeft verklaard maatregelen te hebben genomen om de geluidsoverlast als gevolg van zowel trillingen van de bas als het geluidsvolume te beperken, maar het probleem van de
geluidsoverlast was kennelijk (nog) niet afdoende opgelost ten tijde van klagers klacht daarover. Alleen al gelet hierop bestaat aanleiding voor gegrondverklaring van klagers klacht zonder toekenning van een tegemoetkoming. In hoeverre concreet in de
nacht van 12 op 13 november 2016 afdoende tegen de door klager ervaren geluidsoverlast is opgetreden, valt niet te beoordelen, omdat in het licht van de verklaringen van klager en de inrichting niet kan worden vastgesteld hoe lang het heeft geduurd
voordat die nacht daadwerkelijk tegen de desbetreffende geluidsoverlast is opgetreden. Ook zonder enige vaststelling omtrent het tijdsverloop tussen de melding over de geluidsoverlast en het optreden van de nachtdienst in de bewuste nacht staat vast
dat
de bij de inrichting bekende geluidsoverlast niet afdoende was verholpen.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. C.F. Korvinus en mr. Drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van
mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 2 juni 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven