Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/4139/GA, 31 mei 2017, beroep
Uitspraakdatum:31-05-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/4139/GA

betreft: [klager] datum: 31 mei 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. W.K. Cheng namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 december 2016 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 april 2017, gehouden in de penitentiaire inrichting Lelystad, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.K. Cheng, en [...], juridisch medewerker bij de locatie Esserheem.

Ter zitting is een nadere reactie van de directeur van de locatie Esserheem met daarbij gevoegd twee foto’s per e-mail ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder tv ingaande op 23 september 2016 wegens het aantreffen van soft- en harddrugs in klagers verblijfsruimte (Eh
2016/000400).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt na het lezen/bekijken van de nagekomen reactie van de directeur met de daarbij gevoegde foto’s als volgt toegelicht.
Klager verbleef al twee en een halve maand in de cel voordat de celinspectie plaatsvond. Bij zijn plaatsing in de cel heeft tevoren ook geen inventarisatie of celinspectie plaatsgevonden. Verwezen wordt naar RSJ 20 november 2015, 15/2528/GA en
RSJ 30 december 2014, 14/3297/GA. Abusievelijk is aangevoerd dat klager 1.70 meter lang zou zijn. Hij heeft een lengte van 1.85 meter. Het randje/de richel bevindt zich op een hoogte van 2.40 meter en niet op ooghoogte. Iedereen kon bij binnenkomst in
klagers cel de drugs op het richeltje plaatsen. Zijn cel is altijd een grote bende. Hij heeft de drugs daar nooit zien liggen. Hij heeft 32 maanden onschuldig vastgezeten en had wel wat anders aan zijn hoofd. Hij is hier niet mee bezig geweest. Klager
kon toen de drugs gevonden werden alleen maar zeggen dat ze niet van hem waren. Klager gebruikt geen harddrugs. Bewezen dient te worden dat de drugs van klager waren. Klager heeft bij de plaatsing op de cel niet aangegeven dat er geen celinspectie had
plaatsgevonden. Hij heeft wel aangegeven dat de tv en de waterkoker het niet deden. Klagers voorlopige hechtenis is nu sinds drie maanden geschorst.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Een gedetineerde is te allen tijde verantwoordelijk voor wat er op zijn cel wordt aangetroffen. De door de raadsman genoemde jurisprudentie is niet van toepassing. Klager is op 20 juli 2016 op de cel geplaatst. Op 23 september 2016 zijn op het
richeltje
in de zogenaamde natte hoek hasj en ecstasy aangetroffen. De plek was niet op ooghoogte maar wel makkelijk bereikbaar voor klager. Hij is geen 1.70 meter lang maar 1.85 meter. Standaardprocedure is dat, wanneer een gedetineerde zijn cel verlaat en een
andere gedetineerde de cel betrekt, er een celcontrole plaatsvindt. Er wordt getekend voor celinspectie. Niet bekend is of dit nog te achterhalen valt. Klagers hechtenis is al langere tijd geschorst. Dit soort documenten wordt niet opgenomen in het
archief. Er is geen reden om eraan te twijfelen dat de vaste procedure is gevolgd. Klager is gestraft conform de sanctiekaart. Op 26 juli 2016 scoorde klager positief op softdrugs bij een afgenomen urinecontrole.

De ter zitting ontvangen reactie van de directeur met foto’s zijn na de zitting doorgestuurd aan klager en zijn raadsman.

3. De beoordeling
Door klager is pas nadat er soft- en harddrugs in zijn cel zijn aangetroffen aangevoerd dat bij of vlak na het betrekken van zijn cel geen celinspectie heeft plaatsgevonden.
Weliswaar zijn de drugs op een richel op een hoogte van 2.40 meter aangetroffen en niet op ooghoogte maar gebleken is dat klager niet zoals eerder in beklag is opgegeven 1.70 meter lang is maar een lengte van 1.85 meter heeft. De betreffende richel was
derhalve voor klager goed bereikbaar. De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat klager verantwoordelijk kan worden gehouden voor de in zijn cel, waar hij ten tijde van de celinspectie al twee en een halve maand verbleef, aangetroffen
soft- en harddrugs. De beslissing om klager ter zake een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel op te leggen kan niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard en de uitspraak van de beklagcommissie zal worden bevestigd met deels wijziging/aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met deels wijziging/aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M. Soffers, voorzitter, mr. E. Lucas en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 31 mei 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven