Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/2377/GA, 16 januari 2017, beroep
Uitspraakdatum:16-01-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 16/2377/GA

betreft: [klager] datum: 16 januari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Faouzi, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 juni 2016 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Peel te Evertsoord

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 november 2016, gehouden in de p.i. De Schie te Rotterdam, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Ter Peel, gehoord. Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze
was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen. Klagers raadsman, mr. M. Faouzi, heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van goederen (TF 2016/7).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In afwachting van klagers overplaatsing was hij in afzondering geplaatst. Klager vraagt zich af hoe hij direct had moeten regelen dat zijn spullen,
waaronder zijn matras, zou worden uitgevoerd. Klager werd hierin door de p.i. Haaglanden tegengewerkt. Het personeel heeft zijn cel ontruimd en enkele spullen ingepakt. Voor klager is onduidelijk waar deze spullen zijn gedeponeerd. De ontruiming is
niet
gelopen zoals het zou moeten, getuige de onjuistheden in het dossier. Klager heeft namelijk geen zus.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Indien een gedetineerde wordt teruggeplaatst kan hij zijn familie bellen voor het uitvoeren van zijn spullen. Klager verbleef in afzondering, zijn
spullen heeft hij niet zelf ingepakt. In een gesloten inrichting kan de gedetineerde in de regel minder goederen voorhanden hebben op zijn cel. Deze kunnen niet worden opgeslagen, daarom moet klager eerst zijn familie benaderen voor het uitvoeren van
de
goederen. In de z.b.b.i. hebben de gedetineerden hun paspoort op zak. Een overplaatsing kan binnen een dag worden gerealiseerd. In het geval van klager is hij direct overgeplaatst naar de p.i. Roermond.
3. De beoordeling
De beroepscommissie gaat voor de beoordeling van het beroep uit van de volgende feiten:
- Klager verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) Ter Peel.
- Op 30 november 2015 is aan klager een ordemaatregel van plaatsing in een
afzonderingscel opgelegd, die op grond van artikel 25 van de Pbw ten uitvoer is gelegd in de afzonderingsruimte van de p.i. Roermond.
- Op 1 december 2015 is klagers cel in de z.b.b.i. Ter Peel buiten zijn aanwezigheid door twee personeelsleden ontruimd. Van de ontruiming is een celontruimingsverslag opgemaakt.
- Op 2 december 2015 is klager overgeplaatst naar de p.i. Zoetermeer.

In de zich bij de stukken bevindende huisregels van de z.b.b.i. Ter Peel is – voor zover hier van belang – het volgende bepaald:

“Terugplaatsing
Bij een mogelijke terugplaatsing, om welke reden dan ook, kunt u meestal slechts uw preciosa meenemen. Het is uw eigen verantwoording en u dient zelf zorg te dragen voor het ophalen van uw goederen. Matrassen dienen meteen opgehaald te worden, deze
worden niet opgeslagen. Etenswaren en/of bederfelijke spullen worden eveneens niet opgeslagen, deze worden vernietigd.
De persoon die u toestemming geeft om uw spullen en of auto/motor op te halen moet zich bij het ophalen kunnen legitimeren met een paspoort of ID-kaart. Tevens moet deze persoon een schriftelijke door u getekende toestemming kunnen overleggen, dat
hij/zij uw spullen in ontvangst mag nemen. [onderstrepingen weggelaten, rsj]”.

De huisregels gaan ervan uit dat geen goederen worden opgeslagen en de gedetineerde er zelf voor dient zorg te dragen dat zijn bezittingen worden uitgevoerd. De directeur heeft ter zitting van de beroepscommissie toegelicht dat in de inrichting de
spullen van gedetineerden niet kunnen worden opgeslagen. Klager was op de hoogte, althans hij had dat kunnen en moeten zijn, van de in de inrichting geldende huisregels. Klager bevond zich ten tijde van de overplaatsing in afzondering, en, zo begrijpt
de beroepscommissie, voor de overplaatsing is hij door de directeur in de gelegenheid gesteld zijn familie te bellen teneinde afvoer van de goederen te regelen. Klager was evenwel niet op de hoogte, terwijl hij dat wel had kunnen en moeten zijn, dat de
persoon die zijn spullen kwam ophalen, zijn vriendin, in het bezit diende te zijn van een door hem getekende toestemming.

Gelet op bovenstaande kan het gemis aan goederen de directeur niet worden tegengeworpen. Voor zover er nog goederen van klager aanwezig zijn in Ter Peel - met name is van belang het paspoort van klager - gaat de beroepscommissie ervan uit dat deze
alsnog aan klager die zich thans in vrijheid bevindt, ter beschikking worden gesteld.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie onder aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 16 januari 2017

secretaris voorzitter

Naar boven