Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/0293/GA, 22 mei 2017, beroep
Uitspraakdatum:22-05-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 17/293/GA

betreft: [klager] datum: 22 mei 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 januari 2017 van de beklagcommissie bij de locatie De Schie te Rotterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 april 2017, gehouden in de locatie De Schie, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. de Reus, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie De Schie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft een disciplinaire straf van zes dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, zonder televisie en het feit dat klager zijn baantje als reiniger is kwijtgeraakt (S2016-722 en 749).

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is ten onrechte gestraft en zijn baantje als reiniger kwijtgeraakt. De piw-ster heeft klager geroepen in de teamkamer. De discussie die ontstond, sloeg nergens op. Alleen deze piw-ster telt de wasstukken, maar klager deed dat ook op haar
verzoek.
Klager heeft de piw-ster een leugenaar genoemd, zijn stem verheven en met zijn hand op tafel geslagen. Klager is weggegaan, maar hij heeft niet tegen de deur of waskar geschopt of gedreigd. Een medegedetineerde bevestigt klagers verhaal. De anderen
waren buiten in verband met een voetbaltoernooi. Bij het horen heeft klager gelijk verteld dat er camerabeelden waren van het voorval, maar daar heeft de directeur niet naar gekeken. Er worden ook andere piw-ers genoemd in het verslag, maar bij hen is
het verhaal van klager niet geverifieerd. Er is slechts één verslag en daartegenover staat het verhaal van klager. Zijn verhaal is helder en ook vastgelegd door de camera. Ook in het klaagschrift heeft klager meteen gevraagd om het veiligstellen van de
camerabeelden. De straf is te hoog en ook het verlies van het baantje is te zwaar.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De regel is dat de wasstukken geteld worden. Hierover is discussie ontstaan in de bewaarderswacht. Naar aanleiding van het opgemaakte verslag heeft de directeur de andere piw-ers ook gesproken. Doordat de directeur onderzoek deed naar het incident, is
de maximale termijn voor het bewaardersarrest overschreden. De bewaarderswacht is klein en doordat klager daar zo tekeer is gegaan, kwam de situatie heel dreigend over op het personeel. Dat is grensoverschrijdend en ordeverstorend. Het verslag is op
ambtseed opgemaakt en de directeur meent dat een passende straf is opgelegd. Een reinigersbaantje is een baan met veel vrijheden. Het gedrag van een reiniger moet onbesproken zijn. Daar voldeed klager niet langer aan. Inmiddels is klager weer opgenomen
in de reinigersploeg.

3. De beoordeling
Vaststaat dat klager met een piw-ster een discussie heeft gehad over het uitvoeren van zijn werkzaamheden als afdelingsreiniger. Hierbij heeft klager zijn stem verheven en met zijn hand op tafel geslagen. Deze discussie is door ander afdelingspersoneel
gehoord. Naar aanleiding hiervan is een verslag opgemaakt, welk verslag aan klager is aangezegd. De directeur heeft naar aanleiding hiervan in redelijkheid kunnen beslissen klager disciplinair te straffen.

Met betrekking tot het verlies van zijn baantje als afdelingsreiniger overweegt de beroepscommissie als volgt. Een baantje als afdelingsreiniger is een bevoorrechte functie voor gedetineerden. Een gedetineerde wordt als reiniger aangesteld op basis van
vertrouwen, omdat een reiniger meer vrijheden heeft. Van een reiniger mag voorbeeldgedrag worden verwacht, uiteraard ook richting het personeel. De wijze waarop klager zich heeft opgesteld tegenover de piw-er, is geen voorbeeldgedrag. De directeur kon
daarom beslissen om klager te ontheffen van zijn functie als afdelingsreiniger.

Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, J. Schagen MA en mr. E. Lucas, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 22 mei 2017.

secretaris voorzitter

Naar boven