Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 17/1508/GB, 12 mei 2017, beroep
Uitspraakdatum:12-05-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 17/1508/GB

Betreft: (klaagster) datum: 12 mei 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door de voorzitter van de Nederlandse Roma Vereniging,
namens

(...), verder te noemen klaagster,

gericht tegen een op 8 mei 2017 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op 10 mei 2017 is van klaagsters gemachtigde een kopie van een brief van een arts-assistent psychiatrie bij Altrecht F-ACT te Zeist gedateerd 21 juni 2016 ontvangen. Een kopie hiervan is verzonden aan de selectiefunctionaris.
Op 11 mei 2017 is van de selectiefunctionaris een kopie van een schrijven van
mr. M.P. Hilhorst ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klaagster gericht tegen de oproep zich op 12 mei 2017 te melden in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 12 april 2017 is klaagster opgeroepen zich op 12 mei 2017 te melden in de gevangenis van de locatie Nieuwersluis voor het ondergaan van 2003 dagen gevangenisstraf. Op – zo begrijpt de beroepscommissie – 6 mei 2017 heeft klaagster een verzoek tot
uitstel ingediend. De selectiefunctionaris heeft dat als bezwaarschrift aangemerkt en op 8 mei 2017 ongegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klaagster is het beroep als volgt toegelicht. De Roma in midden Nederland staat onder begeleiding van een met name genoemde medewerker van de politie. Deze medewerker heeft kennis van klaagsters omstandigheden. De medewerker is tegen de
tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf, vanwege klaagsters gezondheidsproblemen. De medewerker is op dit moment in overleg met de betrokken instanties. Volgens de Nederlandse Roma Vereniging, Altrecht F-ACT te Zeist, het Leger des Heils, de gemeente
Zeist en de politie Utrecht is er genoeg bewijs dat klaagster detentieongeschikt is.
Namens klaagster is een brief van een arts-assistent psychiatrie bij Altrecht F-ACT gedateerd 21 juni 2016 overgelegd. Hierin is kortweg vermeld dat klaagster tot hun verbazing detentiegeschikt is geacht.
In het schrijven van 11 mei 2017 heeft mr. M.P. Hilhorst het volgende aangevoerd. Uit de eerder door de advocaat aan de selectiefunctionaris verzonden correspondentie met stukken blijkt dat het standpunt van de medisch adviseur dat klaagster
detentiegeschikt is, niet klopt. De medisch adviseur heeft geen acht geslagen op nieuwe medische klachten die zijn ontstaan na de eerdere adviezen. Voorts heeft de medisch adviseur klaagster niet gezien. Klaagster heeft van alle dokters en psychologen
die haar behandelen, gehoord dat de medisch adviseur hen nooit heeft benaderd voor informatie. Verzocht wordt om uitstel van de melddatum, totdat de medisch adviseur een gedegen onderzoek heeft verricht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit de Aanwijzing executie van het Openbaar Ministerie blijkt dat de noodzaak tot tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf voorop staat. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan een verzoek tot uitstel worden toegekend. Klaagster wordt vanaf december
2015 opgeroepen voor de tenuitvoerlegging van de onderhavige gevangenisstraf. Klaagster heeft meermalen een bezwaarschrift ingediend. De medisch adviseur heeft drie keer een advies uitgebracht, namelijk op 13 oktober 2016, 23 februari 2017 en op 4
april
2017. De medisch adviseur heeft klaagster in alle adviezen detentiegeschikt geacht. Uit het advies van 4 april 2017 blijkt dat klaagster bij binnenkomst in de inrichting zo spoedig mogelijk in contact zal worden gebracht met een inrichtingspsycholoog.
Voorts blijkt uit dit advies dat klaagster in de inrichting de zorg kan worden geboden die zij nodig heeft.

4. De beoordeling
4.1 De beroepscommissie stelt voorop dat de selectiefunctionaris klaagsters bezwaarschrift van 6 mei 2017 had moeten aanmerken als een nieuw verzoek tot uitstel van de melddatum, omdat het bezwaarschrift niet binnen de daarvoor bepaalde wettelijke
termijn van zeven dagen is ingediend. Nu de selectiefunctionaris klaagsters verzoek ten onrechte als een bezwaarschrift heeft aangemerkt, kan de bestreden beslissing niet in stand blijven. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de
bestreden
beslissing zal worden vernietigd. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen zelf op het verzoek tot uitstel beslissen en haar beslissing in de plaats van de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris stellen. Vaststaat dat de medisch
adviseur klaagster bij adviezen van 23 februari 2017 en 4 april 2017 detentiegeschikt heeft geacht. Dit betekent dat klaagster naar het oordeel van de medisch adviseur in de inrichting de zorg kan worden geboden die zij nodig heeft. Deze adviezen zijn
gelet op de geldigheidsduur van zes maanden geldig.
De beroepscommissie ziet geen reden te twijfelen aan de juistheid en kwaliteit van deze adviezen, nu daaruit blijkt dat de medisch adviseur zijn oordeel heeft gebaseerd op actuele (opgevraagde) informatie en klaagster haar standpunt dat het oordeel van
de medisch adviseur niet juist is, onvoldoende (met stukken) heeft betwist. De beroepscommissie gaat dan ook voorbij aan klaagsters standpunt dat zij detentieongeschikt is.

4.2. Gelet op het voren overwogene zal de beroepscommissie het verzoek tot uitstel van de melddatum afwijzen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij stelt haar beslissing in de plaats van de vernietigde beslissing en wijst het verzoek tot uitstel van de melddatum af.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. W.F. Korthals Altes, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 12 mei 2017

secretaris voorzitter

Naar boven